Onderzoek ‘Boeren op Hoog Water’ met twee jaar verlengd

‘Boeren op Hoog Water’ gaat door! Sinds 2020 onderzoeken we onder deze vlag wat de effecten van een verhoogde grondwaterstand zijn voor een melkveebedrijf in het veenweidengebied. Op de Hoogwaterboerderij van KTC Zegveld worden daarvoor de resultaten van koeien gehouden op een ‘normaal’ grondwaterpeil vergeleken met die van koeien op een hoog grondwaterpeil. Er waren goede redenen om het onderzoek te verlengen na de geplande einddatum van 31 december 2024.

 

Hoger waterpeil nog niet zo eenvoudig

Het lijkt zo eenvoudig. Je verhoogt gewoon de grondwaterstand en onderzoekt wat dat voor gevolgen heeft. Maar het heeft veel voeten in de aarde om het systeem goed te laten werken. We hebben verschillende verbeteringen moeten doorvoeren om de gewenste grondwaterstand te bereiken. Denk aan verbeteringen op het gebied van infiltreren en het regelen van de grondwaterstand. Dat proces duurde al met al enkele jaren. Daarnaast hadden weersverschillen door de jaren heen een grote invloed op de metingen en resultaten. Om goed onderbouwde conclusies te kunnen trekken moeten we data verzamelen van meerdere opeenvolgende jaren waarin de hoge grondwaterstand een feit is. Het ministerie van LVVN en de provincies Zuid-Holland, Noord-Holland en Utrecht hebben daarom ingestemd met een verlenging in 2025 en 2026.

Basis onderzoek blijft hetzelfde

Grofweg worden in de komende jaren dezelfde zaken onderzocht als in de afgelopen jaren. Het doel blijft om de verschillen in beeld te brengen tussen de resultaten van een melkveebedrijf op een hoge grondwaterstand (gemiddeld 20 cm onder het maaiveld), en die op een gangbare grondwaterstand (gemiddeld 60 cm onder het maaiveld). We onderzoeken daartoe de effecten van de verschillende grondwaterstanden op de (draagkracht van de) bodem, de grasproductie, de melkproductie en de eventuele risico’s voor diergezondheid. Ook de gevolgen voor de waterkwaliteit en de biodiversiteit worden onderzocht. Verder blijft het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV) de uitstoot van broeikasgassen bij onze percelen onderzoeken, zoals ook al in de eerste fase van dit project gebeurde.

Verder met alleen Holstein-Friesians

Toch wordt de uitvoering van het onderzoek net even anders. In het verleden hadden we Holstein-Friesians en Jersey-koeien op de percelen met een hoge grondwaterstand. Op de percelen met een gangbare grondwaterstand hielden we alleen Holstein-Friesians. Dat deden we om een vergelijking te kunnen maken tussen beide rassen; Jersey koeien zijn lichter dan Holsteins. Maar op basis van de resultaten uit de periode 2020-2024 verwachten we dat een vervolg van die aanpak niet tot wezenlijk nieuwe inzichten zal leiden. Ook maakten de twee verschillende groepen op hoogwaterpercelen het moeilijker om goed inzicht te krijgen in de effecten van een hoge grondwaterstand. Daarom hebben we afscheid genomen van de Jersey-koeien. Er zijn nu twee groepen Holsteins: één bij een regulier en één bij een hoog grondwaterpeil.

Wat is er nu te verwachten?

Boeren op Hoog Water gaan nog twee jaar door met het verzamelen van data. Tegelijkertijd kan het programma al voorzichtig wat conclusies gaan trekken. Daarom leveren we in juni 2025 een tussenrapportage op over de gegevens tot en met 2024 en organiseren we in de tweede helft van het jaar een symposium in samenwerking met het NOBV. Uiteindelijk volgt in juni 2027 de eindrapportage.

Meer weten over de resultaten tot nu toe? Bekijk hier de Voortgangsrapportage BOHW 2023.

De Hoogwaterboerderij met links de ‘laag water groep’ en rechts de ‘hoog water groep’ (foto: KTC Zegveld).

Boeren op hoog water: verhaal van wetenschap en praktijk

Veenweidegebied en hoger grondwaterpeil: ze gaan vaak samen in één zin. Dan wil je weten wat zo’n hoger waterpeil precies oplevert voor bodemdaling. Maar net zo belangrijk: wat het betekent voor de boerenpraktijk. VIPNL zoekt het op de hoogwaterboerderij in Zegveld uit.

Veenoxidatie leidt tot bodemdaling en CO2-emissies. Het is ook in het belang van boeren om daar iets aan te doen, aldus Wim Honkoop. “We kunnen de veengronden niet eeuwig blijven droogpompen als we ze willen behouden voor de landbouw. Onze vraag is: hoe komen we tot een landbouwsysteem met melkvee en zo min mogelijk broeikasgassen? Een hoger grondwaterpeil is eigenlijk de enige maatregel waarvan we nu weten dat het echt werkt.”

Wim Honkoop is betrokken bij de hoogwaterboerderij namens proefboerderij KTC Zegveld. Hier wordt al bijna drie jaar lang onderzoek gedaan naar boeren bij hoog water. Honkoop heeft een belangrijke rol: hij is de brug tussen praktijk en onderzoekers. Nieuwe bedrijfsmodellen moeten immers niet alleen bodemdaling verminderen. Ze moeten ook werkbaar zijn voor de boer.

20 centimeter onder maaiveld

Een hoger waterpeil dus. Maar hoe hoog is hoger? Hier speelt de balans tussen drie broeikasgassen. CO2 komt vrij uit droge veengrond (zuurstofrijk). Methaan komt met name vrij uit natte veengrond (zuurstofarm). Lachgas ontstaat vooral op bemeste gronden met sterk wisselende omstandigheden (o.a. waterpeil). De hoogwaterboerderij werkt daarom met een grondwaterpeil van 20 centimeter onder maaiveld. Dit is het niveau waarin we, tijdens de opzet van het onderzoek, de laagste totale broeikasgasemissies verwachtten. “Of dat inderdaad het beste is voor bodemdaling  en uitstoot, weten we nog niet precies. Dat onderzoeken we ook, in samenwerking met het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV).”

Van diergezondheid tot gewaskwaliteit

Het verzamelen van dit soort wetenschappelijke kennis is een heel belangrijk deel van het onderzoek. Maar net zo belangrijk: wat betekent boeren op hoog water in de praktijk? Verandert de diergezondheid? Maakt het verschil of je Holstein-koeien of Jerseys houdt? Verandert de lengte van het weideseizoen? Is er een verschil in gewasopbrengst of -kwaliteit? En wat betekent het voor biodiversiteit? Het wordt allemaal in kaart gebracht.

Zo lang mogelijk meten

Hoewel het onderzoek al bijna drie jaar loopt, is het voor conclusies nog te vroeg. Daarom gaat het onderzoek onder de vlag van VIPNL door. De proefopzet verandert niet. Honkoop: “We willen heel graag verschillen tussen jaren zien. De eerste jaren waren bijvoorbeeld droog. Het voorjaar van 2023 was voor het eerst heel nat. Dat heeft gevolgen: voor het moment dat de koeien naar buiten gaan, dat was dit jaar een week later. En ook voor de gewaskwaliteit in de weidepercelen, die wat minder was.”

Wat Honkoop wel durft te stellen: “Boeren met hoog water kán. Maar daar zitten wel kosten aan: alleen al omdat je een ander watersysteem nodig hebt, wat beheer en onderhoud vraagt. Of dit ooit beleid wordt, is een politieke en maatschappelijke vraag. Wij willen zorgen voor de feiten: zo goed mogelijk in kaart brengen wat het betekent voor de broeikasgassen en de economie van een bedrijf.”

Lees meer over het VIPNL-thema Boeren op hoog water

Webinar Boeren bij een hoog grondwaterpeil

Op 21 november 2022 organiseerde VIPNL in samenwerking met het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV) een webinar over Boeren bij een hoog grondwaterpeil.