Natte teelten

Natte teelten, een alternatieve vorm van landgebruik in veenweiden waarbij gewassen worden geteeld bij een hoge grondwaterstand.

Wat zijn Natte teelten?

Het doel van natte teelten op veenweidegrond is meervoudig: het tegengaan van bodemdaling, het beperken van broeikasgasemissies, het verminderen van emissies naar water, waterberging, het versterken van biodiversiteit en de productie van biomassa aan de hand van een maatschappelijk gedragen verdienmodel. De meest bekende natte teelt is riet, waarmee daken kunnen worden bedekt. Als uitgangspunt wordt aangehouden dat natte teelten gewassen zijn die bij een grondwaterstand van ongeveer 20 cm onder maaiveld of hoger kunnen groeien en biomassa produceren met een marktwaarde.

Natte teelten in veenweidegebieden zijn een nieuwe vorm van landgebruik met de nodige opstartvragen. Voordat deze nieuwe teelten rendabel zijn, moet er nog doorontwikkeld worden. Zo zijn er naast vragen rondom de teelt en oogst, ook vragen rondom effecten op bodem, water en biodiversiteit. Ook de opslag, verwerking en vermarkting van biomassa moeten nog flink doorontwikkeld worden. Natte teelten in veenweiden kunnen naar verwachting broeikasgasemissies remmen. Gezien de klimaatdoelstellingen is het van belang passende teeltomstandigheden te vinden waarbij de emissies van methaan, CO2 en lachgas juist optimaal zijn gereduceerd.

Waarom is het belangrijk?

Door gewassen te telen bij hoge grondwaterpeilen kan het veengebied productief blijven benut, en kunnen bodemdaling en de emissie van broeikasgassen naar verwachting worden geremd. Natte teelten op waterrijk veen kan bijdragen aan het realiseren van schoner water, waterberging en het versterken van biodiversiteit. Natte teelten kunnen mogelijk een verdienmodel vormen voor veenweidepercelen die niet meer als grasland kunnen worden beheerd, zoals zogenaamde ‘knikpuntgebieden’. Verder kunnen natte teelten (vezelteelt) bijdragen aan alternatieve en duurzame bouwmaterialen, zoals vezelplaten. Ondernemers kunnen zo meerdere maatschappelijke diensten leveren; productie van voedsel, veevoer of vezels (grondstoffen voor de biobased economie), waterberging, waterzuivering en behoud van biodiversiteit en leefomgeving en maatschappelijke kosten van bodemdaling en broeikasgasemissies verminderen.

Het is ook van belang om te onderzoeken of natte teelten bijdragen aan het verminderen van CO2-emissie ná 2030 en of dit kan bijdragen aan het leefbaar houden van het platteland. De totale keten moet ook in kaart worden gebracht, van teelt tot en met eindgebruiker. Het benutten van bio grondstoffen ten opzichte van fossiele grondstoffen leidt tot extra klimaatwinst.

Disclaimer

Natte teelten hebben mogelijk potentie als alternatief verdienmodel voor het veenweidegebied. Maar, er is goed teeltmanagement nodig om emissies zo optimaal mogelijk te beperken, en natte teelten zijn nog sterk in ontwikkeling (zowel de teelt zelf als het verdienmodel). Voor wat betreft het verdienmodel spelen factoren een rol, zoals GLB-subsidie, teelt methode, drogen van het gewas en de opschaling van teelten. Natte teelten worden nog niet grootschalig uit gerold, maar in het GLB worden wel al subsidies gegeven voor natte teelten. Het NOBV doet onderzoek naar emissies bij natte teelten. De uitkomsten van deze onderzoeken zijn belangrijk voor de kennis over klimaatmitigatie door natte teelten.

Stappen in de innovatiefunnel

STAND VAN ZAKEN

Natte teelten bevindt zich in het stadium ‘complete concepten’ en in het beste geval ‘opgeschaalde pilots’. Riet is een bewezen natte teelt, maar vooral in buitendijks gebied en niet op veenweidepercelen. Lisdodde wordt kleinschalig door de markt opgekocht voor spouwmuurisolatie en constructieve isolatiepanelen. Olifantsgras, zonnekroon en wilg is op de markt, maar vooral geteeld in kleigebieden. Andere teelten, zoals zegge en rietgras dergelijke nog in een onderzoeksstadium.

Locatie en inrichtingsmaatregel per locatie

Beheer en onderzoek op de volgende onderzoekslocaties:

Zegveld (Utrecht/Zuid-Holland)

Zuiderveen (Noord-Holland)

Krimpenerwaard (Zuid-Holland)

Hania (Friesland)

Rypstsjerk (Friesland)

Bûtefjild (Friesland)

Daarnaast zijn er twee proeflocaties met mesocosms, namelijk in Oosterwolde (Friesland) en Nieuwegein (Utrecht).

Ook wordt er geparticipeerd bij de proeflocaties in:

Burkmeer (Noord-Holland)

Hege Warren (Friesland)

Ankeveen (Noord-Holland)

Helmond (Noord-Brabant)

Het veldonderzoek op deze locaties wordt aangevuld met literatuuronderzoek.

Ook is per 2022 een voortzetting gemaakt van het markt- en ketenonderzoek van Natte Teelten, waarbij resultaten vanuit de eerdere programma’s IPV, Veen, voer en verder en Better Wetter als belangrijkste basis zijn gebruikt.

Relatie met andere VIPNL thema’s

Natte teelten valt onder het innovatiespoor Landgebruik, waar ook het thema Veenmos onder valt. Omdat het onderzoek naar de ontwikkeling van natte teelten zich zowel richt op telen als op ecosysteemdiensten en het (potentiële) verdienmodel, en omdat er binnen het thema naar ca. 10 soorten gewassen wordt gekeken die onder verschillende omstandigheden groeien, is er een relatie met veel verschillende andere thema’s binnen VIPNL. Bijvoorbeeld Boeren op hoog water; Veenweidesloot van de toekomst; Waterverbruik/kwaliteit/buffering; Regionale watervraag; Veenmos.

TIJDLIJN

Resultaten klimaat

In het NOBV wordt gewerkt aan een paper over methaanemissies uit grasland, natte teelten en natte natuur. Daarin worden de resultaten van het NOBV-onderzoek naar methaanemissies gepubliceerd. De verwachting is dat deze paper later dit jaar gepubliceerd wordt. Het is van belang om natte teelten te beschouwen als onderdeel van een grotere keten, dus van teelt in het veenweidegebied met een emissie of emissiereductie, inclusief de verwerking tot een product voor de consument en eindgebruik door de consument. Een levenscyclusanalyse (LCA) is een methode om te kijken hoe natte teelten presteren ten opzichte van bestaande – vaak minder duurzame – alternatieven.

Resultaten ondernemers

Vanuit de markt is er een brede interesse voor natte teelten. 75 bedrijven zijn benaderd, waarvan enkele bedrijven al een toepassing hebben gevonden voor de toepassing van natte teelten. Denk aan Bouwgroep Dijkstra Draisma, die lisdodde gebruikt voor spouwmuur-isolatie en verpakkingsbedrijf Grown-bio, dat op kleine schaal met lisdodde experimenteert. De markt voor biogrondstoffen is nog relatief nieuw en er zijn enorm veel mogelijkheden, zoals bio-kunststoffen, bouwpanelen als vervanger voor hout, isolatiemateriaal en voedingstoffen en substraten.

Resultaten maatschappij

In de maatschappij is enerzijds draagvlak voor de transitie van fossiele naar biogrondstoffen. Tegelijkertijd is er ook weerstand bij mensen die natte teelten zien als een verdichting van het open veenweidelandschap. Vanuit de melkveehouderij wordt naar natte teelten gekeken met gemengde gevoelens. Enerzijds is er best belangstelling voor nieuwe verdienmodellen, anderzijds wordt natte teelten ook gezien als concurrent op de grondmarkt.

Resultaten teelt

Bodem en water zijn belangrijk voor de opbrengst van natte teelten. Biomassaopbrengsten van lisdodde en riet varieerden tussen ca. 1 en 15 ton droge stof per hectare tussen acht locaties in 2022. Locaties met een lage bodem pH en lage nutriëntenbeschikbaarheid gaven vaker lagere biomassaopbrengsten. Op sommige locaties leken hoge chlorideconcentraties een reden te zijn voor de lagere opbrengsten. Gegevens uit eerdere metingen lieten zien dat ook andere factoren van invloed zijn op biomassaopbrengsten, zoals het aantal jaren na aanleg, de diepte van afplaggen, graasdruk door ganzen en het watermanagement. Naar schatting kunnen bij een adequaat teeltmanagement en een voedselrijke wortelzone winteropbrengsten van circa 8 tot 10 ton droge stof per hectare per jaar mogelijk zijn voor lisdodde en riet. Voor meer informatie zie:  Bodem en water belangrijk voor opbrengst natte teelten

TEAM

Het projectteam bestaat uit een diverse groep experts en betrokkenen, waaronder:

  • Arnoud de Vries (Landschap Noord-Holland/Natuurlijke Zaken)
  • Jeroen Pijlman, Abo de Buck, Waas Thissen, Jacco de Stigter en Robert-Jan van Diepen (Louis Bolk Instituut)
  • Christian Fritz en Oswin van der Scheer (Radboud Universiteit)
  • Gert-Jan van Duinen (stichting Bargerveen)
  • Ivan Mettrop (Altenburg en Wymenga)
  • Jeroen Geurts (KWR water)
  • Erica Mosch, Peter van der Maas en Marelle van der Snoek (Hogeschool Van Hall Larenstein)
  • Youri Egas (Youri Egas Advies)

CONTACTPERSONEN

Thematrekker:

Arnoud de Vries (Natuurlijke Zaken)

E-mailadres: arnoud@vip-nl.nl

Inhoudelijk trekker:

Jeroen Pijlman (LBI)

E-mailadres: j.pijlman@louisbolk.nl

Deltafact natte teelten

Eind 2023 is de Deltafact Natte teelten geschreven in opdracht van STOWA. In de Deltafact is de (economische) mogelijkheid beschreven van het toepassen van de teelt van gewassen die onder natte bodemomstandigheden groeien.

Voor meer informatie over adaptief deltamanagement

Laatste nieuws

Op 4 december 2023 organiseerde VIPNL in samenwerking met het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV) een webinar over Natte teelten.

Hieronder kunt u het webinar terugzien.

Stakeholders

(Stakeholders) Landbouw in de veenweiden; Grondeigenaren / verhuurders in de veenweiden; Provincies; Waterschappen; Ministerie LNV; (potentiële) kopers, verwerkers en toepassers van de geoogste biomassa