Veenmosteelt
Beheersbare veenmosgroei in het veenweidegebied
In het Klimaatakkoord is afgesproken om vanaf 2030 in Nederland 1 Megaton CO2-uitstoot te reduceren op jaarbasis. Veenmosteelt is een hoopvol toekomstig landgebruik, omdat dit gewas CO2 uit de atmosfeer kan halen en vasthouden, en zo een klimaatbuffer kan vormen.
Daarom vindt nu op verschillende plaatsen innovatie plaats om veenvormende veenmosvegetatie te herstellen. VIPNL zet zich ook in om in kaart te brengen of veenmosteelt technisch en financieel mogelijk is. Dat gebeurt door te starten met enkele pilots en die uit te breiden met nieuwe locaties en initiatiefnemers.
Op 5 juni 2023 organiseerde VIPNL in samenwerking met het NOBV een webinar over Veenmos.
De doelen van het thema zijn:
Uit eerder onderzoek, zoals het project ‘Omhoog met het Veen’ komt naar voren dat een goed ontwikkelde veenmosvegetatie al snel bijdraagt aan een verbetering van de biodiversiteit en vastlegging van CO2. Onderzoek in Hankhausen (Duitsland) wees uit dat dat veenmosteelt een interessant, duurzaam en renderend alternatief kan zijn voor de potgrondindustrie – waarbij tot nu toe hoogveen werd afgegraven, wat de klimaatbufferende werking van veenmos vernietigt.
Thematrekker:
Roel van Gerwen, Natuurlijke Zaken; roel@vip-nl.nl
Lees meer
Pilots met veenmosteelt op locaties in Noord-Holland
Om verschillende aspecten van beheersbare veenmosgroei in lage delen van Nederland te innoveren, worden op twee plaatsen in Noord-Holland experimenten uitgevoerd met veenmosteelt. Op enkele andere plaatsen zijn vergelijkbare projecten in voorbereiding.
Locatie Ilperveld
Het onderzoek in Ilperveld is gericht op herstel van veenvormende veenmosvegetatie. Daarbij vormt de waterkwaliteit de grootste uitdaging voor de aanleg van nieuwe veenmosakkers. Omdat de zuurgraad (pH) van het oppervlaktewater te hoog is voor succesvolle veenmosgroei worden proeven uitgevoerd met aangezuurd oppervlaktewater om de zuurgraad tijdelijk te verlagen.
De opstartfase vergt een flinke investering in het beheer. Dat kan als resultaat een zelfvoorzienend en robuust, door regenwater gevoed systeem opleveren, waar slechts periodiek maaibeheer nodig is voor instandhouding – of nog beter: periodiek oogsten van het aangegroeide veenmos om dit te vermarkten.
Het Plan van Aanpak van dit thema voorziet in vier tussenstappen, van klein naar groot:
• laboratoriumproeven: kijken hoe veenmos zich ontwikkelt bij verschillende waterkwaliteiten en zuurgraden (uitgevoerd);
• kleinschalige aanzuurproeven in het open veld: in vier geconditioneerde bakken van circa 100 m2 is geëxperimenteerd met het aanzuren van het oppervlaktewater (uitgevoerd);
• grootschalige aanzuurproef van een terrein van circa 1 hectare: de aanzuurproef wordt opgeschaald om te leren hoe veenmos grootschaliger kan worden geteeld. Hier wordt geëxperimenteerd met maai- en oogstmethoden op een bedrijfsschaal, en met het aanzuren van een groter wateroppervlak. Het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV) heeft een verkennende meetsite ingericht om de effecten op broeikasgasemissies en het mechanistisch begrip te onderzoeken. Ook wordt er ecologisch onderzoek uitgevoerd om de effecten op veenweidenatuur te beoordelen (in uitvoering binnen VIPNL);
• uitrollen op grote schaal: Ilperveld krijgt een grootschalige natuurkern waar ‘levend veen’ wordt ontwikkeld. Een deel hiervan (minimaal 50 hectare) wordt bij slagen van de voorgaande tussenstap ontwikkeld als veenmosklimaatbuffer (planning vanaf 2025).
Locatie Ankeveen
Het onderzoek naar de veenmosteelt in Ankeveen is gekoppeld aan dat in Ilperveld, juist vanwege de onderlinge verschillen van deze twee locaties. In Ankeveen gaat het om een kleinschaliger pilot met uitbreiding van een bestaand veenmosveld met meer vierkante meters en meer veenmossoorten.
De (half)natuur in de omgeving leent zich voor optimalisering van veenmosvelden, om de oogst en teelt van veenmos uit te voeren in gebieden die al nat zijn. Dit levert gegevens op over manieren waarop met een peilopzet snel veenmosteelt gerealiseerd kan worden: door toepassing van de juiste soorten veenmos, en door teelwijze en vormen van beheer – zowel in natte als in droge jaren. Ook hierbij zijn de mogelijkheden tot opschaling cruciaal.
Programmacoördinatie
Naast de Noord-Hollandse locaties gaan bij dit project gekoppeld worden aan lopende initiatieven in Friesland en zo mogelijk ook aan nieuw te ontwikkelen initiatieven in Overijssel, Groningen en Zuid-Holland. De coördinatie van de samenhang, de samenwerking en de synergie tussen de diverse onderzoekslocaties – en ook die van de stapsgewijze uitbreiding van het project – ligt bij VIPNL. Dat geldt eveneens voor de afstemming met andere projecten binnen VIPNL, en de gehele financiële coördinatie en verantwoording van het totale veenmosproject. Naast de programmacoördinatie en -integratie verzorgt VIPNL ook de communicatie rondom de diverse projecten.
Inhoudelijk trekker:
Sarah-Faye Harpenslager, B-ware