FAQ

Antwoord: Nee, VIPNL doet geen onderzoek naar broeikasgasuitstoot uit veenweiden. VIPNL werkt wel bij verschillende thema’s nauw samen met het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV). Het NOBV doet onderzoek op verschillende locaties, waar aan uiteenlopende maatregelen en situaties gemeten wordt. Op alle locaties worden broeikasgasfluxen gemeten. Ook worden de bodemchemische en bodemfysische eigenschappen onderzocht en wordt er ook gemeten aan bodemdaling. Kijk voor meer informatie op www.nobveenweiden.nl

Antwoord: In natuurgebieden (veenmosrietland in de Weerribben, open water in de Wieden) constateren we methaanuitstoot, maar er zijn nog te beperkt (periode) metingen gedaan om een uitspraak te doen over de hoeveelheid. Voor natuur gaat ook op dat er verschillen zullen zijn tussen het type natuur, het type veen, etc.

Antwoord: Klei in veen wordt ook onderzocht. Van klei in veen weten we op dit moment nog minder dan van vernatten. Er zijn eerste indicaties dat klei in veen de emissies inderdaad kan beperken, maar hoe dat goed werkt is nog onderwerp van onderzoek in het programma VIPNL-klei in veen.

Antwoord: Als er onder een kleilaag veen zit dat droog kan vallen in de zomer, kunnen er wel degelijk CO2-emissies zijn en is vernatting effectief in het tegengaan van CO2-emissies.

Antwoord: Greppelinfiltratie zal in 2023 worden onderzocht binnen VIPNL. Het onderzoek naar greppelinfiltratie wordt op nationale schaal voortgezet in het VIPNL. Er gaat nieuw onderzoek plaatsvinden waarbij broeikasgasmetingen bij greppelinfiltratie gemeten worden. Rond de greppel kan het effect anders zijn (met kans op methaan en lachgas) dan bij andere vernattingsmaatregelen.

Antwoord: Er zijn diverse studies (modelberekeningen) uitgevoerd door Deltares over de toename van de watervraag en de inzet van de diverse drains. Zie bijvoorbeeld: www.deltares.nl/nl/nieuws/tegengaan-van-bodemdaling-vergroot-de-watervraag.
Bij Boeren op hoog water wordt ook gemeten aan de hoeveelheid water die geïnfiltreerd wordt. Bij greppelinfiltratie zal de watervraag waarschijnlijk wat hoger zijn door meer oppervlakkige verdamping.

Antwoord: Er zijn diverse studies (modelberekeningen) uitgevoerd door Deltares over de toename van de watervraag en de inzet van de diverse drains. Zie bijvoorbeeld: www.deltares.nl/nl/nieuws/tegengaan-van-bodemdaling-vergroot-de-watervraag.
Bij Boeren op hoog water wordt ook gemeten aan de hoeveelheid water die geïnfiltreerd wordt.

Antwoord: Dit is uitgebreid onderzocht in het Innovatieprogramma Veen. Zie: www.innovatieprogrammaveen/rapporten.

Antwoord: VIPNL wordt gefinancierd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, provincies en waterschappen. VIPNL werkt met programmapartners, die samen financieel en inhoudelijk verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van VIPNL. De programmapartners dragen zorg voor het aanvragen en verantwoorden van een of meerdere thema’s. De huidige programmapartners zijn het Veenweiden Innovatiecentrum (VIC) en Landschap Noord-Holland (LNH). Kijk hier voor meer informatie over de financiers en partners van VIPNL.

Antwoord: VIPNL is als kennis- en innovatieagenda vastgesteld door de Regiegroep Veenweiden. De Regiegroep is de bestuurlijk opdrachtgever van de landelijke Veenweiden Aanpak. De Subwerkgroep Kennis begeleidt de uitvoering van VIPNL inhoudelijk. De Regiegroep adviseert over de nieuwe thema’s die worden opgepakt binnen VIPNL. Meer informatie over de organisatiestructuur van VIPNL is te vinden in de folder.

De VIPNL-folder is ook beschikbaar in het Engels en Duits.