veenweiden innovatie programma nederland
Veengronden hebben zich op grote schaal gevormd sinds de laatste ijstijd, als gevolg van duizenden jaren van aangroei van organisch materiaal onder drassige, zuurstofloze omstandigheden. Veengronden zijn een belangrijke koolstofvoorraad in de wereldwijde koolstofcyclus. Ondanks hun relatief kleine wereldwijde oppervlakte van 3 % van het aardoppervlak, bevatten veengronden 600 Gigaton koolstof, wat overeenkomt met twee derde van alle koolstof in de atmosfeer.*
© peatlands.org
Ontginning van de veengebieden voor bosbouw en landbouw, evenals het afgraven van veengronden voor potgrond en brandstof, is verantwoordelijk voor een aanzienlijke bijdrage aan de opwarming van de aarde. Op dit moment is 11 % van het wereldwijde veenoppervlak aan het ontbinden, wat een geschatte jaarlijkse afname van 0,52 Gigaton betekent in de wereldwijde koolstofvoorraad.*
De Nederlandse veenweiden hebben een bijzondere rol in het mondiale veenareaal. Het landgebruik is er intensief en bestaat grotendeels uit graslandbeheer voor veehouderij. De betekenis van de veenweiden strekt zich verder uit dan alleen landgebruik. Het is een beeldmerk voor het Nederlandse landschap, met openheid, weidevogels en koeien in de wei. En het vormt een economische drager voor veehouders, die behalve hier inkomsten uit te genereren ook het veenweidelandschap voor een aanzienlijk deel beheren.
*(Leifeld en Menichetti, 2018)
Door de intensiteit van het landgebruik is er sprake van CO2-uitstoot en bodemdaling. In het Klimaatakkoord is vastgelegd dat duurzaam landgebruik van de veenweidegebieden op korte termijn – in 2030 – moet zorgen voor een reductie van 1 megaton op jaarbasis. Volgens SOMERS 2.0, het monitoringsysteem om de broeikasgasfluxen in de Nederlandse organische gronden te bepalen, bedraagt de gemiddelde uitstoot voor veengronden in laag-Nederland 10,4 ton CO2/ha/.**
** (SOMERS 2.0)
Het veenweidegebied heeft te maken met verschillende grote opgaven: