Voor veenweiden is in het Klimaatakkoord een reductie van de jaarlijkse emissie met 1,0 Mton in 2030 vastgelegd. Hoe deze reductie daadwerkelijk kan worden gerealiseerd, wordt uitgezocht in het Veenweiden Innovatie Programma voor Nederland (VIPNL). Door verschillende maatregelen op te halen, bedenken en testen en dan te kijken hoeveel reductie wordt gerealiseerd. Het meten van de emissies die bij de verschillende maatregelen optreden wordt uitgevoerd door het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV). VIPNL haalt mogelijke maatregelen uit de veenweideregio’s op bij vaak lokale initiatiefnemers en test deze zo veel mogelijk uit op nationale schaal. En kijkt hoe de maatregelen werken. Zijn er regionale verschillen? Wat voor effect hebben de maatregelen op het verdienmodel van de boer? Op de waterhuishouding? Op de biodiversiteit?
Om antwoord te geven op deze vragen innoveert VIPNL sinds 2021 op verschillende locaties in de zes veenweideprovincies, met inmiddels 15 verschillende maatregelen, die thema’s worden genoemd. De thema’s worden geïnnoveerd door een consortium van allerlei verschillende partijen, waaronder universiteiten, kenniscentra, adviesbureaus, TBO’s, landbouworganisaties en boeren. Gefinancierd door het ministerie van LVVN, de veenweideprovincies en de veenweidewaterschappen onder aansturing van Landschap Noord-Holland. Het Veenweiden Innovatie Centrum (VIC), de Friese Milieu Federatie (FMF) en Landschap Noord-Holland (LNH) zijn de drie programmapartners, die gezamenlijk de thema’s tot uitvoering brengen.