Greppelinfiltratie simpele manier om veen te vernatten?
Greppels liggen er al vele jaren in de veenweidegebieden. Van oorsprong om water af te voeren in natte tijden, maar zijn ze ook bruikbaar om veen te vernatten? Dat is in het kader van het Innovatieprogramma Veen (2020-2021) onderzocht in Polder Zuiderveen in Assendelft, vertelt Idse Hoving (Wageningen Livestock Research). Nu komt er vanuit VIPNL een vervolg in Zuiderveen en uitbreiding van het onderzoek in andere delen van het land, legt Marian Bankras, VIPNL-thematrekker voor greppelinfiltratie namens Landschap Noord-Holland uit.
“Greppelinfiltratie is eigenlijk een goedkope methode om veen te vernatten, als je het vergelijkt met onderwaterdrains of drukdrains”, vertelt Idse Hoving, onderzoeker bij Wageningen Livestock Research. “Je hoeft geen lange drainagebuizen in te graven en te onderhouden. Zeker op de meer marginale gronden, die minder opbrengen, kan greppelinfiltratie dan kosteneffectiever zijn. Zeker als er al greppels liggen.” Voorwaarde is een hoog slootpeil van ongeveer 20 centimeter beneden maaiveld en een vrij intensieve begreppeling om het peil in het perceel hoog te kunnen houden.
In de zomer kan het waterpeil in een veenweide tot soms wel 1 meter onder het maaiveld zakken. Zelfs als het slootpeil hoog is, dringt dat water niet goed in het perceel door, omdat de bodemweerstand erg hoog is in veen. Andersom loopt het water in de winter ook niet makkelijk weg.
(Liever kijken? In onderstaande video leggen Hoving en Bankras uit hoe het onderzoek in elkaar steekt. Tekst gaat verder onder de video.)
Buis van sloot naar greppel
Wat vaak voor greppelinfiltratie nog wel moet gebeuren, is het regelen van de watertoevoer vanuit de dichtstbijzijnde sloot. Met een buis wordt het uiteinde van de greppel kortgesloten met de sloot. “Waar de buis uitkomt in de greppel, zetten we een bocht, die je omhoog en omlaag kunt draaien, zodat je zelf kunt bepalen of en hoeveel water er in- of uitloopt.”
In een perceel van Landschap Noord-Holland in de Polder Zuiderveen (Assendelft) is twee jaar onderzoek gedaan of en hoe greppelinfiltratie werkt. Er liggen daar greppels op drie afstanden: 24, 12 en 6 meter. Op de helft van het perceel (lengterichting) wordt wel aan greppelinfiltratie gedaan, en op de andere helft niet, om zo het effect te kunnen vergelijken. Hoving: “We hebben een netwerk van peilbuizen aangelegd op diverse afstanden van de greppels, om te zien wat de grondwaterstand doet, dichtbij of wat verder van de greppel af.”
Landelijke pilot
Dat onderzoek wordt nu in het kader van VIPNL uitgerold naar andere plekken in Nederland, vertelt Marian Bankras van Landschap Noord-Holland, thematrekker greppelinfiltratie bij VIPNL. “We gaan in een landelijke pilot op negen locaties kijken wat het beste werkt. Dat zijn locaties waar al greppels liggen, of waar we ze nog bij kunnen graven. Want de veenweidebodem is overal toch net weer anders. Binnen deze locaties hebben we agrariërs, maar ook terreinbeheerders met natuurgebieden. Als hier in Zuiderveen een greppelafstand van 6 meter het effectiefst is, wil dat niet zeggen dat dat in Friesland ook zo is. Veel hangt af van het type veen en de hydrologie. En het verschilt natuurlijk ook of je er koeien op wilt laten lopen, of dat het natuur is. Wat werkt nou het beste voor welke doel en welke bodem? Daar komen we hopelijk in deze pilot achter.”
Tenslotte worden in samenwerking met het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV) ook broeikasgasmetingen gedaan, om te onderzoeken wat de impact is van greppelinfiltratie op broeikasgasuitstoot.