Elke week monitoren: vrijwilligers helpen bij intensieve klus

Kun je greppels gebruiken om veen te vernatten? Op negen locaties in Nederland meet VIPNL onder andere de grondwaterstand, de draagkracht van de grond en de grasgroei bij verschillende greppels. Om verschillen goed te kunnen verklaren wordt elke week gemeten. Een intensieve klus, waarbij we dankbaar vrijwilligers inzetten.

“Een nat en kruidenrijk perceel is aantrekkelijk voor weidevogels, omdat ze er veel voedsel kunnen vinden. Tegelijk willen wij de percelen in het najaar ook laten begrazen. We willen dus hoog water, maar het moet wel beheerbaar blijven.”

Clazina Kwakernaak van het Groninger Landschap verwoordt precies de uitdagingen bij vernatting van veen. Hoe maak je het grondwaterpeil voldoende hoog? En kun je een perceel dan nog beheren of maaien? Het Groninger Landschap doet met een weidevogelperceel mee aan het greppelinfiltratieonderzoek: een perceel met brede greppels (tot vier meter breed) met een talud, zodat er slikrandjes ontstaan: ideaal voor foeragerende weidevogels.

Vrijwilligers voor intensieve klus

Voor de monitoring moeten 24 peilbuizen iedere week worden uitgelezen om de grondwaterstand te bepalen. Een intensieve opdracht, die bij uitstek geschikt is voor vrijwilligers. Landschappen zoals het Groninger Landschap werken veel met vrijwilligers. Twee vaste vrijwilligers van het Groninger Landschap hadden wel zin in de klus.

Ze zijn het gewend om peilbuizen uit te lezen, maar er moet nog meer worden genoteerd, zoals de draagkracht van de grond. VIPNL organiseerde een afstemmingsdag om alle vrijwilligers op één lijn te krijgen. Kwakernaak: “We zijn toen met z’n allen het veld in gegaan. Wat noem je hard, wat zacht? Je houdt natuurlijk altijd waarnemingsverschillen. Door wekelijks te meten en op meer plaatsen, maken we dat effect zo klein mogelijk.”

Betrokkenheid

Goede communicatie is heel belangrijk, meent Kwakernaak. “De vrijwilligers zijn onze oren en ogen in het veld. Dan melden ze mij: de gele markeringsstokjes van de peilbuizen zijn kapot gemaaid. Ik geeft dat dan weer door aan de coördinator van VIPNL, zodat die ze kan vervangen.” Bovendien helpt goede communicatie om de vrijwilligers betrokken te houden. “Hoewel ze erg enthousiast zijn hoor! Ze geven me regelmatig een update. Dan sturen ze weer dat ze watersnippen en koereigers hebben gezien.”

Vrijwilliger vertelt

Linze Vlietstra (83) doet al 25 jaar monitoring voor het Groninger Landschap. Dit jaar monitort hij ook in het greppelinfiltratiemonitoringsonderzoek.

“Ik werkte als ambulanceverpleegkundige. Als ik iets heftigs had meegemaakt liep ik altijd even de polder in, de kop vrijmaken. Toen ik stopte met werken, las ik dat het Groninger Landschap vrijwilligers zocht om waterpeilen te controleren. Het leek me wel wat en het is een groot succes geworden. Het is heerlijk om zo in je eentje rond te sjouwen en naar de vogels te kijken. Ik heb zelfs eens oog in oog gestaan met een vos, dat gebeurt toch ook niet dagelijks.

We hebben een leuk team en het Groninger Landschap is een leuke organisatie. Dus de greppelinfiltratie wilde ik ook wel doen. Eén keer per maand ben ik aan de beurt. Weer of geen weer – ieder jaargetijde heeft zijn bekoring. Toen we begonnen dachten we dat we alleen het waterpeil hoefden te meten, maar er kwam heel wat achterweg. De hak-methode bijvoorbeeld, om de draagkracht van de grond te meten. Ik had er nog nooit van gehoord. We moeten ook naar de botanische ontwikkeling kijken, maar dat nemen collega-waterpeilers voor hun rekening. Dat is namelijk niet mijn specialiteit.

Als vrijwilliger raak je vanzelf meer betrokken bij de natuur. Mijn vader nam me als kind al mee naar buiten. Als ik dan een grote zilverreiger zag, pakte ik meteen de verrekijker. Nu fiets ik door als het er niet meer dan zeven zijn. We hebben hier de otter, de bever, en er broedt al jaren een zeearend. Ik volg het nauwer. Dat is ook leuk aan het team vrijwilligers. Elk jaar hebben we een teamoverleg en diepen we een onderwerp uit: van waterpeilen tot de rondvaartboot. Dankzij het vrijwilligerswerk leer ik steeds weer iets nieuws over de natuur.”