Klimaat en milieu
In eerder onderzoek (Omhoog met het Veen, Ilperveld) zijn bureaustudies gedaan en een aantal gasmetingen verricht. De voorlopige aanname uit dit onderzoek is dat veenmos 3ton CO2 vastlegt per jaar per hectare.
Veenmosteelt is een vorm van landgebruik waarbij veenmos wordt geteeld om de oogst van substraat voor de potgrondindustrie mogelijk te maken en om een klimaatbuffer te ontwikkelen die CO2 vastlegt. In dit thema wordt onderzocht of veenmos een duurzame vorm van landgebruik kan zijn voor de veenweiden, voor zowel productie- als natuurdoeleinden.
Nederland heeft in het Klimaatakkoord van Parijs afgesproken om broeikasgasemissies drastisch te verminderen. Een belangrijke stap hierin is het verhogen van de grondwaterstand in het veenweidegebied. Dit lijkt misschien een kleine verandering, maar een hogere grondwaterstand heeft invloed op het gehele bedrijfssysteem van melkveehouders. Daarom onderzoekt het programma Boeren op Hoog Water sinds 2020 een aangepast bedrijfssysteem: een melkveebedrijf met hoge grondwaterstanden.
Wat gebeurt er met de bedrijfsvoering als de grondwaterstand stijgt naar 20 centimeter? En net zo belangrijk: biedt dit voldoende economisch perspectief ten opzichte van een traditionele melkveehouderij met een ontwatering van circa 50 centimeter beneden maaiveld? Kortom, dit onderzoek is cruciaal voor een duurzame toekomst in de Nederlandse landbouw.
TEAM
STAKEHOLDERS
DOWNLOADS
DISCLAIMER
Veenmos telen onder de voedselrijke omstandigheden in West Nederland is buitengewoon lastig. Dit zien we in het Ilperveld, waar veenmos wordt geteeld op voormalig bemeste graslanden. Ten eerste is het harde oppervlaktewater hier ongeschikt om het veenmos te bevloeien, omdat veenmos houdt van zure, regenwateromstandigheden. In gebieden waar van nature het bicarbonaatgehalte lager is, is het eenvoudiger om veenmos te telen dan in West- Nederlandse veenweiden. Ten tweede kunnen snelgroeiende vaatplanten profiteren van voedselrijke condities in de bodem en daardoor concurreren met de langzaam groeiende veenmossen.
Aanzuren van het oppervlaktewater in het Ilperveld vergt in de beginfase veel inspanning, maar heeft uiteindelijk wel geleid tot een lagere pH en bicarbonaatconcentratie in het pilotgebied. Gedacht werd dat in natte zomers minder aanzuren nodig is, maar door nalevering van bicarbonaat uit de bodem blijkt het toch nodig om in deze perioden actief uit te pompen en nieuw, aangezuurd water aan te voeren. In het Ilperveld is in eerste instantie niet gekozen voor afplaggen voordat de veenmossen aangebracht werden, omdat het risico op verpapping bestaat. Daardoor zitten er ook nog veel nutriënten in de bodem, die leiden tot concurrentie van grassen en pitrus. Snel aanzuren en blijven maaien en afvoeren remt de concurrentie. In het voorjaar van 2023 zijn de veenmossen alsnog verdrongen door vaatplanten en is besloten om alsnog de site af te plaggen en opnieuw veenmos aan te brengen. In Ankeveen zijn in 2023 de eerste onderzoeken gestart. Er wordt hier niet aangezuurd maar met kleinere beheersmaatregelen zoals het graven van een greppel en aangepast maaibeheer onderzocht hoe het aandeel veenmos verhoogd kan worden. De eerste resultaten van deze proef worden in de tweede helft van 2024 verwacht.
Ilperveld | Noord-Holland
Ankeveen | Noord-Holland
Krimpenerwaard Zuid-Holland
(geen onderdeel van VIP-NL
Bûtefjild | Friesland
Hegewarren | Friesland
Veenmos legt CO2 (langdurig) vast en heeft daardoor een klimaatpositieve impact. Veenmosteelt kan daarmee compenseren voor andere vormen van landgebruik die nog wel CO2 uitstoten. Veenmos kan gezien worden als een vorm van natte teelt (paludicultuur), waarbij het geoogste materiaal potentie heeft als substraat (alternatief voor potgrond).