Onderzoek naar rietteelt van start: voor rietsnijders én veenweidegebieden

Riet is een prachtige grondstof voor natuurlijke, duurzame dakbedekking. Riet groeit bovendien onder natte omstandigheden. Een interessant gewas als natte teelt in veenweidegebieden. De vraag is dan wel wat de ideale groeiomstandigheden zijn van riet. Zeker ook omdat de opbrengst van riet achteruit gaat op de plek waar deze van nature altijd al geoogst wordt: de Weerribben-Wieden. Dit voorjaar ging een onderzoek van onderzoekscentrum B-WARE van start.

In een eerdere versie van dit artikel stond dat het om VIPNL-onderzoek gaat. Dit is niet correct.

Rietoogst gaat achteruit

Zeg je riet, dan zeg je Weerribben-Wieden. Het gebied kent een lange historie van rietsnijders en rietdekkers. Door het oogsten van de rietvelden zorgen rietsnijders ervoor dat de waterrijke gebieden een open karakter behouden. De Weerribben-Wieden kennen bovendien een goed ontwikkelde moerasnatuur en hoge biodiversiteit met onder andere beschermde rietbewoners als de grote karekiet en de roerdomp.

Nu is er met dat riet iets aan de hand. De afgelopen decennia merken rietsnijders dat de rietproductie en rietkwaliteit sterk achteruitgaan. In 2023 was de opbrengst soms zelfs 25 tot 30% minder.

Oplossing voor rietsnijders én veenweidegebieden

Wat de achteruitgang veroorzaakt, is niet duidelijk. Het is voor de rietsnijders en het toekomstig beheer van de rietlanden natuurlijk van belang om de oorzaken van de achteruitgang te achterhalen.

Maar er speelt meer. Want de kennis is ook interessant voor de veenweidegebieden rond de Weerribben-Wieden. Riet zou daar geteeld kunnen worden als nat gewas. Vernatten gaat verdere veenafbraak van deze gebieden tegen en zorgt voor een alternatief verdienmodel voor de aanwezige ondernemers.

Op zoek naar bepalende factoren

Onderzoekcentrum B-WARE gaat in samenwerking met Witteveen + Bos en de Radboud Universiteit onderzoeken welke water- en bodemcondities de rietgroei in de Weerribben-Wieden beïnvloeden. Door allerlei verschillende condities (zuurgraad, voedselrijkdom, waterstand, vegetatiesamenstelling, rietkwaliteit, ouderdom van de kragge) te onderzoeken op zowel extensief ‘natuurlijk’ beheerde rietlanden als intensief beheerde rietlanden, wordt hopelijk duidelijk welke factoren de rietgroei het meeste beïnvloeden.