Nieuwe brochure: kansen en praktijkervaringen van natte teelten
Sinds 2022 telen we binnen VIPNL tien verschillende natte gewassen. We hebben steeds beter in de vingers waar en hoe dat goed lukt. Hoog tijd om die praktijkervaringen te delen, voor beleidsmakers en andere geïnteresseerden.
De belangrijkste conclusies
Er zijn verschillende veelbelovende gewassen waarmee we goede ervaringen hebben opgedaan zoals riet, wilg, els en lisdodde.
Dit alles is wel locatieafhankelijk: niet elke type gewas past op elke locatie. Ook gaat een maximale opbrengst niet (altijd) samen met de hoogste winst voor klimaat (en andere ecosysteemdiensten). Natte teelten kunnen nog niet uit zonder financiële ondersteuning. De markt zal zich verder moeten ontwikkelen. Oók die voor alternatieve verdienmodellen, zoals carbon credits.
Hoever zijn we met het onderzoek naar natte gewassen?
Het telen van natte gewassen lukt goed; we zijn vooral bezig met optimaliseren. Zo onderzoeken we de beste manier om lisdodde in de grond te krijgen: planten is duur, zaaien is goedkoop maar moeilijker.
Het NOBV (Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden) doet metingen aan broeikasgasemissies. Dit moet precies duidelijk maken onder welke omstandigheden natte teelten de grootste klimaatwinst opleveren. De uitstoot van CO2 daalt bij een hogere grondwaterstand, maar de kans op de uitstoot van methaan (een heel sterk broeikasgas) neemt juist toe wanneer het erg nat wordt.
Dit jaar maken we voor lisdodde nog een LCA – een levenscyclusanalyse. Dit is een analyse van de broeikasgasuitstoot in de hele keten: van plant tot product (zoals isolatiemateriaal). Op deze manier kun je een eerlijke vergelijking maken met de klimaatimpact van gangbare producten.
Het VIPNL-onderzoek wordt mogelijk met één jaar verlengd. Dat betekent dat we in 2026 nog doorgaan met meten.



