Natte teelten oogsten in Ankeveen
Op een vrieskoude ochtend in januari werd in Ankeveen lisdodde, rietgras en riet geoogst. Dat zijn natte teelten, die hopelijk op den duur een alternatief verdienmodel bieden voor veenweideboeren. VIPNL is betrokken bij deze pilotlocatie om allerlei aspecten van de teelt te onderzoeken.
Oogst van vezelgewassen
Biologische boer Kemp uit Ankeveen werkt al sinds 2019 samen met Waternet / Waterschap Amstel, Gooi en Vecht om de teelt van vezelgewassen te onderzoeken. Aldert van Weeren van de Stichting Wetland Products begeleidt de proeven. “Op dit perceel teelt de boer grote lisdodde, kleine lisdodde en rietgras. Er is overigens vanzelf ook riet in gaan groeien, maar dat is prima.” De oogst wordt voornamelijk gebruikt als vezelgewas, bijvoorbeeld als isolatiemateriaal of voor papierproductie. “Maar als je het in de zomer oogst, dus vers, kun je een deel ook gebruiken als varkensvoer. En er worden al proeven gedaan met het gebruik van de pluisjes uit de rietsigaren als een soort dons voor kledingvulling.”
Speciale oogstmachine
Van Weeren liet een speciale oogstmachine ontwikkelen die geschikt is voor de natte omstandigheden (zie filmpje hieronder). “Deze machine heeft bijvoorbeeld gesloten rupsbanden, die minder schade toebrengen aan de bodem dan de open rupsbanden met messen die ze op sneeuw gebruiken. Ook heeft onze machine een hef om de laadbak in een container te kunnen lossen. Dat is een stuk handiger dan lossen op de grond, waarna er weer een aparte shovel moet komen om dat op te rapen.” De machine zuigt de oogst niet op, want dat zou schade toebrengen aan de biodiversiteit. “Door de roterende messen en een soort schroef ontstaat in de machine een opwaartse luchtstroom die de oogst naar boven blaast, waarna die in de laadbak terechtkomt.” Vandaag is de vuurdoop voor de gloednieuwe machine – “de lak is bij wijze van spreken nog nat”. Maar hij werkt als een zonnetje.
(Tekst gaat verder onder de video.)
Bodemdaling en veenafbraak tegengaan
Tim Pelsma, adviseur ecologie en bodemdaling bij Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, vindt de proef heel belangrijk. “Bodemdaling en veenafbraak zijn een groot probleem voor het waterschap. Het is duidelijk dat we niet de waterstand kunnen blijven verlagen om melkveehouderij mogelijk te maken in de veenweidegebieden. Op deze proefvelden onderzoeken we samen met de boer hoe je op deze natte veengronden toch kunt blijven boeren en kunt blijven verdienen.”
Productie monitoren
Onderzoeker Abco de Buck van het Louis Bolk Instituut volgt voor VIPNL de productie van het gewas. “Ik heb vier plotjes van een vierkante meter in het gewas waar ik twee keer per jaar oogst, in september en in de winter. Daarvan bepalen we de opbrengst en de inhoudsstoffen.”
De proef omvat onder andere grote lisdodde en klein lisdodde. Een deel is aangeplant, en een deel is gezaaid. De Buck: “Aanplanten geeft eerder productie dan zaaien, maar het is wel veel duurder. Je moet plantmateriaal op laten kweken bij een kwekerij, en dat dan plantje voor plantje poten. Terwijl één rietsigaar duizenden zaadjes bevat, die je makkelijk kunt verspreiden. Op deze vruchtbare grond werkt zaaien prima. Op slechtere bodem zul je toch moeten planten.”
In het project VIPNL natte teelten zijn proeflocaties in Zuiderveld, Ankeveen, Zegveld en in Friesland. “Daar monitoren we allemaal de opbrengst. De bodemtypes en waterkwaliteiten verschillen, zodat we een breed beeld krijgen van wat de natte teelten kunnen betekenen.”
Andere natte gewassen
Op andere locaties in Nederland wordt ook al gekeken naar andere natte gewassen dan lisdodde, riet en rietgras. “Oeverzegge doet het hier en daar ook erg goed, dat kan onder nog nattere omstandigheden groeien. En een hele interessante is zonnekroon. In Duitsland verbouwen ze dat al als akkerbouwgewas. Het is bekend dat het behoorlijk natte omstandigheden kan verdragen. We gaan nu onderzoeken of het ook op veengrond wil groeien. Het is een kruidachtig gewas, heel vezelrijk, met mooie bloemen, het lijkt op een kleine zonnebloem. Bijkomend voordeel: het trekt ook bestuivers aan. Sowieso zijn natte teelten goed voor de biodiversiteit. Er is alle ruimte voor bijzondere planten, maar ook vogels, insecten, amfibieën en reptielen voelen zich er thuis.”