Op bezoek in Hegewarren

Op 13 juni ontmoetten mensen uit het VIPNL-team elkaar tijdens de landelijke VIPNL-dag. We streken neer in polder Hegewarren (Friesland). Doel: elkaar beter leren kennen én iets opsteken. We zagen de Veenmobiel, leerden over ganzen en lisdodde en keken rond op de Veenmelkveehouderij.

De Veenmobiel: zien hoe het grondwater te beïnvloeden is

Jan van Rijen van Wetterskip Fryslân geeft een prachtig inzicht in het Friese watersysteem aan de hand van de Veenmobiel: een aanhanger met daarop een 3D-kaart van Friesland, en aan de voorkant transparante bakken met water, die het niveau van het grondwater duidelijk maken. Door het te laten regenen en te pompen maakt dit model duidelijk hoe het grondwater te beïnvloeden is, maar ook welke beperkingen daaraan zitten, gezien onder andere de klimaatverandering. Om de veenafbraak tegen te gaan en tegelijk wateroverlast terug te dringen en infiltratie te bevorderen, is een serieuze optie om de veenpolders als waterberging in te zetten.

 

Experiment lisdoddeteelt: een strijd tegen de ganzen

Jasper van Belle van Veenkennis runt het project lisdoddeteelt. Tijdens de VIPNL-dag op 13 juni 2024 laat hij zien hoe het ermee staat. Grote uitdaging zijn de vele ganzen die rusten in het naastgelegen Nationaal Park de Alde Feanen. Die hebben afgelopen winter in de eerste proefvelden alle geplante lisdodde opgegeten. Wat het team heeft geleerd is dat ze de grond niet moeten voorfrezen om het te egaliseren, omdat de grond dan zo los wordt dat de ganzen de jonge planten er zo uittrekken. Daarom kiezen ze nu voor het zaaien van lisdodde en niet meer voor het voorbehandelen van de grond.

 

Proefbedrijf Veenmelkveehouderij: meer dan een verdienmodel

Angelique Kok van de Provincie Fryslân vertelt tijdens de VIPNL-dag op 13 juni 2024 hoe ze op het Veen-melkveebedrijf experimenteren met een melkveehouderij die én een verdienmodel oplevert, maar ook tegemoet komt aan de opgaven rond emissies, groen-blauwe dooradering, biodiversiteit, Kaderrichtlijn Water en klimaatverandering. Op een deel van het bedrijf wordt geëxperimenteerd met de hoogte van het grondwaterpeil. Bedrijfsleider Aldert de Boer laat zien dat de 43 jonge jerseykoeien het boven verwachting goed doen tot nu toe en een mooie melkgift leveren.

 

Alles wat we (niet) weten: VIPNL presenteert overzicht stand van zaken

Negen thema’s met onderzoeksprojecten in vijf verschillende proeftuinen (regio’s), van rijp tot groen. Elke dag doen we nieuwe inzichten op. Het is zonde om alle kennis op de bureaus te laten liggen. Wat weten we, wat weten we niet en wat gaan we uitzoeken? Met themasheets geeft VIPNL van elk thema in één pagina de stand van zaken.

We beginnen in elke themasheet met de basis. Waarom doen we onderzoek naar dit thema? Waar staat het onderzoek? Wat weten of verwachten we van deze oplossing? Daarbij kijken we zo breed mogelijk: de bijdrage aan klimaat, de gevolgen voor bedrijfseconomie en water(kwaliteit), maar ook: hoe denkt de maatschappij eigenlijk over deze oplossing? Daarnaast benoemen we ook wat we nog niet weten en disclaimers.

Neem het nieuwe thema profielkeren: de aanname is dat het een gunstig effect heeft op de broeikasgasuitstoot. Maar keren van de bodem is ook controversieel: cultuurhistorisch omdat het bodemprofiel verandert, maar ook omdat het de omstandigheden voor onder andere weidevogels verandert. Er kan ook maatschappelijke weerstand ontstaan, omdat veen verandert in klei of zand. Voor ondernemers lijkt het daarentegen een heel werkbare maatregel.

Van elk thema ontstaat zo een overzicht: wat zijn met de kennis van nu de plussen en de minnen en onder welke omstandigheden dan? Dat beeld wordt steeds completer. We zullen de themasheets elke drie maanden actualiseren. Uiteindelijk helpen ze beleidsmakers objectief een besluit te nemen over maatregelen in het veenweidegebied.

Lees hier de themasheets.

VIPNL-dag in het veld

Bij de VIPNL dag op 27 juni op vergaderlocatie en melkveebedrijf Weidevol te Zwartsluis (Overijssel) ontmoetten opdrachtgevers, onderzoekers, thematrekkers, proeftuintrekkers en andere ondersteuners van het VIPNL-programma elkaar.

We namen de verschillende rollen van deelnemers onder de loep: Wat doe jij eigenlijk binnen VIPNL?, was de vraag die deelnemers elkaar én zichzelf stelden. Sprekers Roel van Gerwen en Bas Breman verhelderden en reflecteerden. Tim Selders liet verschillende fasen van innovatie zien en samen met de groep linkte hij deze aan de lopende VIPNL-pilots en plannen.

In het middagprogramma namen gastvrouw Leanne Spans (melkveebedrijf Weidevol) en Gideon Kok (Natuurmonumenten) ons mee het veld in. Met uitzicht op de weilanden vertelden zij over hun samenwerking en – geheel in het veenweidethema – het project ‘Valuta voor Veen’. Als rode draad van de dag gold het principe van ‘dynamisch programmeren’: hoe we binnen VIPNL gaandeweg leren en weer bijstellen. En, gaf Bas Breman nog mee, “we mogen best vrede hebben met wat we nu nog niet weten!” Dat we namelijk al een eind op weg zijn, mocht zeker blijken deze dag!

Zó komen onze onderzoeken tot stand

Wanneer wordt nieuw onderzoek toegevoegd aan VIPNL en wie bepaalt dat eigenlijk? Een stappenplan voor iedere betrokken ondernemer, onderzoeker of organisatie met een innovatief idee.

Acht thema’s, met verschillende onderzoeksprojecten, door heel Nederland: er staat al heel wat VIPNL-onderzoek in de steigers. Dat wil niet zeggen dat het daarbij blijft. In april informeerden we bijvoorbeeld nog over een nieuw onderzoeksvoorstel over verbrakking. Wie komen met deze voorstellen, en hoe worden die voorstellen wel of geen VIPNL-onderzoeksproject?

Om met de eerste vraag te beginnen: iederéén kan een voorstel voor een onderzoek indienen. Sterker: VIPNL kan de hulp van ondernemers, onderzoekers en organisaties uit het veenweidegebied goed gebruiken.

Hebt u een interessante hypothese of een prangende vraag?

Stap 1. Meld u bij de proeftuintrekker

VIPNL-onderzoek wordt uitgevoerd in proeftuinen: de vijf veenweideregio’s. Elke proeftuin wordt geleid door een proeftuintrekker, die precies weet wat er speelt en welke inzichten worden opgedaan.

De proeftuintrekkers beoordelen met elkaar de nieuwe voorstellen die binnenkomen. Wat is belangrijk?

  1. Het onderzoek draagt bij aan het halen van de klimaatdoelen: 1 Mton minder CO2-uitstoot in 2030 uit de Nederlandse veenweidegebieden (Klimaatakkoord 2019);
  2. Het onderzoek is innovatief: het is nieuw en voorziet in concrete oplossingen in de praktijk;
  3. Het onderzoek is niet regio-gebonden, maar kan landelijk worden uitgerold;
  4. Het onderzoek heeft toegevoegde waarde ten opzichte van de al lopende thema’s.

Stap 2. Schrijf een voorstel

Is een idee kansrijk, dan zullen de proeftuintrekkers de indiener vragen om het voorstel uit te werken. Dit gebeurt op het spreekwoordelijke A4’tje. In één (of twee) pagina’s beschrijft u het waarom van het voorstel. Welk probleem lost het onderzoek op, welke vragen horen erbij, hoe wilt u het aanpakken en met wie?

Stap 3. Besluit van de werkgroep

Voorstellen worden enkele keren per jaar besproken in de sub werkgroep Kennis, met leden van de Werkgroep Veenweiden die zich specifiek met kennis en innovatie bezighouden. De Werkgroep Veenweiden is een ambtelijke werkgroep met vertegenwoordigers uit de landbouw, natuur en overheid. Deze werkgroep valt onder de bestuurlijke Regiegroep Veenweiden, die uiteindelijk een akkoord geeft op ingediende voorstellen.

Lopende thema’s

VIPNL heeft al acht thema’s. Heeft u interesse om bij een thema betrokken te zijn? Bijvoorbeeld omdat u zelf een pilot uitvoert, omdat u zelf onderzoek doet naar een thema, vanuit beleidsinteresse of om andere redenen? Neem dan contact op met de thematrekker. Deze kan met u bekijken of er ruimte is om zitting te nemen in de begeleidingscommissie, een pilot, of anderszins.

Idee indienen? Meld u bij de proeftuintrekker uit uw regio.