VIPNL rekentool geeft financieel inzicht in ‘natte teelten’

VIPNL rekentool geeft financieel inzicht in ‘natte teelten’

Het nationale Veenweide Innovatie Programma – VIPNL – heeft een rekentool gepubliceerd dat inzicht geeft in de kosten en baten van teelten die plaatsvinden bij hoge grondwaterstanden (natte teelten) in het veenweidegebied. Deze natte teelten, zoals bijvoorbeeld lisdodde, kunnen mogelijk en onder voorwaarden een economische drager vormen in veenweidegebieden. De tool berekent het saldo dat overblijft nadat alle kosten die zijn verbonden aan de teelt en de oogst zijn afgetrokken van de baten. Deze baten bestaan uit verkoop van het gewas als grondstof voor bijvoorbeeld bouwmaterialen. Ook kunnen inkomsten afkomstig zijn van de verkoop van carbon-credits.

Natte teelten in veengebieden 

Om bodemdaling en de uitstoot van broeikasgassen in veenweidegebieden te beperken, wordt op verschillende plekken in Nederland onder de vlag van VIPNL gewerkt aan oplossingen. Een van die oplossingen zijn natte teelten. Om dat te kunnen doen, is het noodzakelijk om te weten wat de financiële perspectieven hiervan zijn.

Op verschillende plekken in Nederland worden al natte teelten toegepast. Dit gebeurt onder andere in Noord-Holland, Utrecht, Zuid-Holland en Friesland. De schaal van deze teelten is in Nederland op dit moment nog beperkt tot tien pilots van maximaal 5 tot 10 hectare. Er wordt nog niet op grote schaal geteeld omdat er nog vragen en onzekerheden zijn verbonden aan de teelt en de afzetmarkt, en dus aan de economische haalbaarheid. Binnen VIPNL wordt fysiek in teeltlocaties gewerkt aan het beantwoorden van die vragen en het beperken van onzekerheden.

Tool voor saldoberekening 

De VIPNL rekentool maakt inzichtelijk in welke situaties en onder welke omstandigheden en voorwaarden de teelt van natte vezelgewassen rendabel is. Elke gebruiker kan diverse variabelen in de tool aanpassen naar gelang de specifieke omstandigheden waaronder de natte teelt wordt toegepast. Bovendien wordt op basis van deze tool bekeken welk extra onderzoek en welke innovatie nog nodig is om het saldo van deze teelten te verbeteren. De rekentool is ontwikkeld met behulp van onderzoeksgegevens die zijn verkregen uit onder meer onderzoek naar natte teelten binnen VIPNL.

Scenario’s

Om inzicht te krijgen in het perspectief van natte teelten is het waardevol om voor verschillende scenario’s saldoberekeningen uit te voeren. Uit de saldoberekening blijkt lisdoddeteelt rendabel te zijn in een scenario met een relatief hoge gewasproductie (bij hoogwaardige toepassing (bijvoorbeeld als bouw- of isolatiemateriaal), wanneer inkomsten uit carbon credits worden meegenomen (zowel voor vermeden CO2-emissie uit veengrond als voor koolstof vastgelegd in de planten) en wanneer er geen inrichtingskosten zijn. In scenario’s met een hoge bijdrage van de teler aan inrichtingskosten of zonder toerekening van carbon credits voor CO2-opslag in bouwmateriaal kan het saldo negatief worden.

VIPNL 

VIPNL heeft als doel te komen tot de ontwikkeling van duurzame en opschaalbare vormen van landgebruik waaronder natte teelten, die toch een rendabele exploitatie mogelijk maken. Op de korte termijn richt VIPNL zich op praktische maatregelen. Op de lange termijn beoogt VIPNL-innovaties in landgebruik. De combinatie van korte termijn- en lange termijndoelen moet ertoe leiden dat de perspectieven van de Regionale Veenweide Strategieën gerealiseerd worden. Meer informatie over VIPNL is te vinden op www.vip-nl.nl. Onder de themasheet natte teelten is meer informatie over het onderzoeks- en innovatieprogramma natte teelten te vinden.

Je kunt de rekentool hier downloaden: Themasheet Natte teelten

Rekenmodel geeft Friese boeren inzicht én compensatie bij hoger waterpeil

Minder gewasopbrengst en minder melk, percelen die moeilijker begaanbaar zijn, waardedaling van de grond: als het waterpeil in veenweidegebieden omhoog gaat, kan dat leiden tot schade voor boeren. Om hen voor die schade te compenseren, heeft de provincie Friesland een rekenmodel gemaakt: de Compensatie Systematiek Veenweiden (CSV). Dit rekenmodel geeft melkveehouders op voorhand inzicht in de verwachte schade en de keuzes die zij kunnen maken.

In het klimaatakkoord van 2019 is afgesproken dat veenweidegebieden in 2030 1 Mton CO2 (equivalenten) minder uitstoten. Daarbij is ook afgesproken dat rekening wordt gehouden met het duurzaam economisch bedrijfsperspectief en de (financiële) consequenties voor boeren.

Schadeloos stellen bij peilverhoging

De Provincie Fryslân heeft daarop drie jaar lang gewerkt aan een compensatiesystematiek. Deze Compensatie Systematiek Veenweiden (CSV) gaat uit van een waterpeilverhoging tot een grondwaterstand van 40 cm onder maaiveld in de Friese veenweidegebieden. (Nu ligt het waterpeil vaak 60 tot 80 cm onder maaiveld of meer.) De bedoeling van de CSV is het schadeloos stellen van boeren. De melkveehouder mag er dus niet op achteruit gaan, afgezien van een eigen normaal maatschappelijk risico van 2%. De schade wordt gecompenseerd met grond en anders met geld. In totaal gaat het om zo’n driehonderd melkveehouderijen en 28.000 hectare veenweidegrond.

Inzicht in keuzes

Aan een waterpeilverhoging gaat een integraal gebiedsplan vooraf. De CSV berekent daarbij de schade voor melkveehouders, de grondcompensatie, de kwaliteit van beschikbare ruilgrond en verschillende scenario’s (gevolgen voor ruwvoerkwaliteit, melkopbrengst, GLB-vergoeding, etc.). Een melkveehouder krijgt zo op voorhand inzicht in de verschillende keuzes die hij kan maken.

De overeenkomsten voor peilverhoging in combinatie met de CSV worden minnelijk (vrijwillig) afgesloten. De regeling is zo ontworpen dat de verwachting is dat er gewerkt kan worden met een minnelijk proces, mocht een enkeling het totale gebiedsplan blokkeren kan gebruik gemaakt worden van de voormalige Wet inrichting landelijk gebied (WILG, inmiddels Omgevingswet).

Goedkeuring vanuit Brussel

De CSV wordt voorgelegd in Brussel, om zeker te weten dat deze compensatie niet gezien wordt als ongeoorloofde staatssteun. Goedkeuring wordt in 2025 verwacht.

Daarnaast zal worden onderzocht of de systematiek van de CSV ook werkt in West-Nederland.

Lees meer over de regeling op veenweiddefryslan.frl

Onderzoek naar rietteelt van start: voor rietsnijders én veenweidegebieden

Riet is een prachtige grondstof voor natuurlijke, duurzame dakbedekking. Riet groeit bovendien onder natte omstandigheden. Een interessant gewas als natte teelt in veenweidegebieden. De vraag is dan wel wat de ideale groeiomstandigheden zijn van riet. Zeker ook omdat de opbrengst van riet achteruit gaat op de plek waar deze van nature altijd al geoogst wordt: de Weerribben-Wieden. Dit voorjaar ging een onderzoek van onderzoekscentrum B-WARE van start.

In een eerdere versie van dit artikel stond dat het om VIPNL-onderzoek gaat. Dit is niet correct.

Rietoogst gaat achteruit

Zeg je riet, dan zeg je Weerribben-Wieden. Het gebied kent een lange historie van rietsnijders en rietdekkers. Door het oogsten van de rietvelden zorgen rietsnijders ervoor dat de waterrijke gebieden een open karakter behouden. De Weerribben-Wieden kennen bovendien een goed ontwikkelde moerasnatuur en hoge biodiversiteit met onder andere beschermde rietbewoners als de grote karekiet en de roerdomp.

Nu is er met dat riet iets aan de hand. De afgelopen decennia merken rietsnijders dat de rietproductie en rietkwaliteit sterk achteruitgaan. In 2023 was de opbrengst soms zelfs 25 tot 30% minder.

Oplossing voor rietsnijders én veenweidegebieden

Wat de achteruitgang veroorzaakt, is niet duidelijk. Het is voor de rietsnijders en het toekomstig beheer van de rietlanden natuurlijk van belang om de oorzaken van de achteruitgang te achterhalen.

Maar er speelt meer. Want de kennis is ook interessant voor de veenweidegebieden rond de Weerribben-Wieden. Riet zou daar geteeld kunnen worden als nat gewas. Vernatten gaat verdere veenafbraak van deze gebieden tegen en zorgt voor een alternatief verdienmodel voor de aanwezige ondernemers.

Op zoek naar bepalende factoren

Onderzoekcentrum B-WARE gaat in samenwerking met Witteveen + Bos en de Radboud Universiteit onderzoeken welke water- en bodemcondities de rietgroei in de Weerribben-Wieden beïnvloeden. Door allerlei verschillende condities (zuurgraad, voedselrijkdom, waterstand, vegetatiesamenstelling, rietkwaliteit, ouderdom van de kragge) te onderzoeken op zowel extensief ‘natuurlijk’ beheerde rietlanden als intensief beheerde rietlanden, wordt hopelijk duidelijk welke factoren de rietgroei het meeste beïnvloeden.

 

 

Laagdrempelig loket brengt klimaatmaatregelen nu al aan de man

Als we wachten tot elke maatregel is bewezen, gaan we 2030 niet halen, dacht de provincie Noord-Holland. Daarom kunnen Noord-Hollandse veenweideboeren nu al klimaatmaatregelen nemen. Spil is het Loket Veenweideboeren, waar boeren van begin tot eind worden begeleid. De animo is groot en het budget ruim voor het einde van de periode op.

Van klei in veen tot natte teelt en greppelinfiltratie. Een greep uit de maatregelen die Noord-Hollandse boeren gesubsidieerd kunnen nemen op hun perceel. Maatregelen waarnaar VIPNL nog volop onderzoek uitvoert. Is die investering dan niet wat voorbarig?

Martine Bijman (Water, Land & Dijken) vindt van niet: “De provincie Noord-Holland heeft gezegd: we hebben nu geld, en in 2030 een opgave om de CO2-uitstoot met 1 Mton terug te dringen. Als we wachten tot alles bewezen is, dan gaan we dat nooit halen. Rol het maar uit. Als straks blijkt dat er misschien een maatregel tussen zit die maar 20% uitstoot reduceert, dan is dat zo. Met jaren wachten, lopen we sowieso achter de feiten aan.”

Ontzorgd van a tot z

Collectief Water, Land & Dijken participeerde jarenlang in het veenweideprogramma Innovatieprogramma Veen en is nu initiatiefnemer van het Loket Veenweideboeren, dat begin 2023 opende. De provincie stelde voor dit loket 3 ton beschikbaar, tot en met 31 december 2024. Dit budget kan Water, Land & Dijken, onder voorwaarden, vrij besteden. Geïnteresseerde boeren krijgen eerst advies. Besluiten ze een maatregel toe te passen, dan is er subsidie voor een deel van de aanlegkosten en ondersteuning in het hele traject.

Dat werkt heel goed, vindt Bijman: “De korte lijntjes zijn de kracht van het loket. We kunnen snel schakelen. Dat maakt de drempel om deel te nemen veel lager. Als je niets organiseert, moeten boeren alles zelf uitzoeken en voor elke maatregel of uitbreiding weer een heel vergunningentraject starten. Wij ontzorgen en dat werkt heel fijn. En we kunnen het tegelijk allemaal prima verantwoorden aan de provincie.”

Boeren zoeken naar hun bijdrage

Dat boeren te porren zijn voor klei in veen, daar kunnen we ons wat bij voorstellen. Boeren profiteren van de verrijking van de grond en de maatregel is makkelijk uit te voeren, zeker omdat vooralsnog voldoende geschikte klei beschikbaar is. Maar boeren hebben ook zeker belangstelling voor de meer ingrijpende maatregelen. Zo hebben boeren in verschillende polders er samen voor gekozen het waterpeil op te zetten: een flinke stap op 100 hectare of meer. “We krijgen ook veel vragen over de bijdrage van maatregelen aan klimaat. De maatschappelijke druk op boeren wordt steeds groter. Veel boeren willen graag op hun plek blijven werken. Daarom nemen ze initiatief. En ze zijn zeker niet huiverig voor de meer vernattende maatregelen.”

Lees meer op de website van het loket >

 

Foto: Loeks Fotografie via Loket Veenweideboeren