Begeleidingscommissie zorgt voor gedragen keuzes en gezamenlijke koers

Op 17 april kwam de begeleidingscommissie Veenmos bijeen voor een halfjaarlijks overleg. In de begeleidingscommissie zit een brede afvaardiging van betrokken partijen. Elk VIPNL-thema heeft zo’n begeleidingscommissie. Dat vinden we heel belangrijk: deze brede samenstelling zorgt ervoor dat het onderzoek goed aansluit bij praktijkvragen én beleidsdoelstellingen.

In de begeleidingscommissie Veenmos zitten vertegenwoordigers vanuit terreinbeherende organisaties (zoals Landschap Noord-Holland en Natuurmonumenten), kennisinstellingen (zoals Hogeschool Van Hall Larenstein, Radboud Universiteit, B-WARE, STOWA), waterschappen (o.a. Waternet, Wetterskip Fryslân), provincies (zoals Fryslân) en ook vertegenwoordigers vanuit de potgrond- en substraatindustrie (zoals Kekkilä-BVB, Jiffy en RHP). Iedere partij kijkt op een andere manier naar het vraagstuk en de oplossingen. Zo is voor de potgrondindustrie een factor als schaal heel belangrijk en de kwaliteit van het eindproduct. Waterschappen zijn benieuwd hoeveel water veenmos telen kost.

Samen de koers bepalen

Tijdens de begeleidingscommissievergaderingen worden voorstellen besproken, aangescherpt en bijgestuurd op basis van actuele inzichten en ervaringen uit het veld. De inbreng van deze groep is daarmee cruciaal voor het bepalen van de richting van het onderzoek.

Op 17 april hebben we een nieuw voorstel gepresenteerd voor aangepast onderzoek in het Ankeveen. We willen hier gaan focussen op veenmos in relatie tot de waterhuishouding – en daar kon iedereen in de begeleidingscommissie zich in vinden. Ook toetsten we alvast de plannen op hoofdlijnen tot 2027. Op verzoek van de commissie gaan we dat nog verder uitwerken.

Meer draagvlak

Dankzij de actieve betrokkenheid van de begeleidingscommissie worden keuzes binnen het VIPNL-project niet alleen beter onderbouwd, maar ontstaat er ook breed draagvlak voor de uitvoering en toepassing van de onderzoeksresultaten. Zo bouwen we samen aan bruikbare kennis voor de toekomst van het veenweidegebied. In het najaar komt de commissie opnieuw bij elkaar.

Vervolg project veenmosherstel in natuurgebieden dankzij bijdrage Postcodeloterij

Het project ‘Omhoog met het veen!’ krijgt een bijdrage van 1,7 miljoen euro van de Nationale Postcode Loterij. Het project – dat is geïnitieerd door Maarten Breedveld van het Zuid-Hollands Landschap – is een samenwerking tussen verschillende natuurorganisaties, waaronder It Fryske Gea, Het Zuid-Hollands Landschap,Het Groninger Landschap, Natuurmoinumenten en Landschap Noord-Holland. Binnen het project onderzoeken zij hoe ze de groei van veenmos in hun natuurgebieden kunnen herstellen.

Veenmos groeit oorspronkelijk in hoogveengebieden en biedt daar een unieke leefomgeving voor allerlei soorten planten en dieren. Veel van deze natuurlijke veengebieden zijn verdwenen. De natuurorganisaties willen deze bijzondere gebieden graag herstellen. Dat is niet alleen belangrijk voor de natuur, maar ook omdat veenmos goed water kan bergen en grote hoeveelheden CO2 opslaat.

De natuurorganisaties voeren binnen het project concrete maatregelen uit, zoals verhogen van het waterpeil. Daar leren ze veel van en dat is ook interessant voor VIPNL. Daarom wisselen we actief kennis met elkaar uit.

VIPNL onderzoekt namelijk hoe veenmos kan groeien in veenweidegebieden, juist onder gecontroleerde omstandigheden. Veenmos is een natte teelt en kan een alternatief verdienmodel zijn in vernatte veenweidegebieden. Door veenweidegebieden te vernatten en veenmos te laten groeien gaan we CO2-uitstoot tegen, een opgave uit het Klimaatakkoord. Ook wordt bodemdaling tegengegaan, werken we aan groei van veen en verhogen de biodiversiteit.

Door samen te werken met ‘Omhoog met het veen!’ kunnen we kennisleemtes nog beter onderzoeken en komen tot verdere toepassingen op gebied van veenmos. Dit helpt om te voldoen aan de klimaatopgave.

Helpt aanzuren van water om veenmos te laten groeien?

Veenmos houdt van een zuur milieu. Het water in veel veenweidegebieden in (West-)Nederland is basisch en daarmee gebufferd. Mede daardoor is het moeilijk om veenmos te telen omdat veenmossen hier slecht tegen kunnen. VIPNL vroeg zich af: kun je veenmos laten groeien met dat basenrijke water? Bijvoorbeeld door het aan te zuren? Ja, blijkt uit ons laboratoriumonderzoek. In onze praktijkpilot van één hectare blijkt aanzuren van de veenbodem nog wel een uitdaging.

 

Onder welke omstandigheden groeit veenmos?

VIPNL-onderzoeker Adam Koks (B-WARE)

Veenmos groeit in hoog- en laagveengebieden. Van nature komt het voor in zure milieus. Het mos kan zelfs zijn eigen milieu aanpassen door het zelf aan te zuren en veel vocht vast te houden. Het is dan ook een ecosysteembouwer, en wanneer het goed groeit creëert het nieuw veen.

Het oppervlaktewater in grote delen van (West-)Nederland is niet zuur maar juist gebufferd/basenrijk. Bij die buffering wordt CO2 omgezet in bicarbonaat. Voor veenmossen is bicarbonaat giftig: wanneer ze te lang worden blootgesteld aan bicarbonaat gaan ze dood. In zure omstandigheden (bij een pH van 6 of lager) wordt nauwelijks bicarbonaat gevormd. En kunnen veenmossen zich goed ontwikkelen.

Wat heeft VIPNL onderzocht?

VIPNL heeft onderzocht of veenmos in basenrijk oppervlaktewater kan groeien door het waterpeil constant hoog te houden tot bijna aan het oppervlak.  Ook heeft VIPNL onderzocht hoe we basenrijk oppervlaktewater geschikt kunnen maken voor de teelt van veenmossen. We hebben onderzoek gedaan naar twee oplossingsrichtingen:

  • Veenmos groeit van nature boven water, we hebben de plant zowel boven als onder water geteeld.
  • Veenmos is in voormalig gebufferd oppervlaktewater geteeld, dat is aangezuurd om het bicarbonaat te verwijderen. We verwachtten dat het aangezuurde water het veenmos onder water beter kan helpen opstarten.

Wat bleek?

In het experiment groeide veenmos beter na aanzuren en ook beter wanneer het boven het wateroppervlak kon groeien. Hydrologie en waterchemie zijn in de praktijk dus van groot belang.

Conclusie: veenmossen moeten enkele centimeters boven het (gebufferde) oppervlaktewater groeien. En het actief aanzuren van irrigatiewater kan misschien bijdragen aan het succesvol laten groeien van veenmos op vernatte veenweidebodems.

Resultaten van de labproef naar veenmosgroei bij verschillende behandelingen met veenmos uit het Ankeveen en Ilperveld. Emergent = boven water. Submerged = onder water. Acidified = aangezuurd. Non-acidified = niet aangezuurd.

Hoe verder?

In het Ilperveld onderzoekt VIPNL nu met een praktijkproef of het aanzuren op veldschaal mogelijk is en of het telen van veenmossen hier lukt. Als dat lukt en als de mossen een jonge veenlaag ontwikkelen, dan kunnen ze zelf hun omgeving dusdanig beïnvloeden dat verder aanzuren ook niet nodig is. Aanzuren zou dan alleen in de opstartfase mogelijk gebruikt hoeven worden.

Een andere uitdaging is om te kijken of veenmosteelt ook echt een economische bestaansbasis kan krijgen, door veenmos niet alleen te telen, maar ook te oogsten. In Duitsland zijn hier goede ervaringen mee, maar in West-Nederland zijn de omstandigheden vaak lastiger door de waterkwaliteit. Er zijn contacten met de potgrond- en substraatindustrie om te kijken of veenmos oogsten een alternatief kan zijn voor het afgraven van veengebieden. Het NOBV onderzoekt binnen de pilot hoe hoog de koolstofvastlegging van veenmos is.

Waarom doet VIPNL onderzoek naar de groei van veenmos?

Veenweidegebieden worden ontwaterd om ze geschikt te maken voor landbouw. Daardoor verdroogt het veen en daalt de bodem. Er komt ook veel COvrij uit verdroogde veenweidegebieden.

In het Klimaatakkoord is afgesproken dat we de CO2-uitstoot van veenweidegebieden terugdringen. Het vernatten van deze gebieden is één van de oplossingen. Het is belangrijk dat grondgebruikers ook bij vernatten nog steeds een inkomen kunnen halen uit hun percelen. Wordt een perceel te nat voor vee, dan kan het telen van natte gewassen een alternatief worden.

Veenmos is zo’n nat gewas. Veenmos slaat veel CO2 op en is geschikt voor potgrond. Voor potgrond wordt nu nog vaak grootschalig veengebieden afgegraven. Dit heeft grote gevolgen voor de natuur. Dat maakt veenmosteelt extra interessant.

Lees meer

Helpt aanzuren veenweidebodem de veenmosgroei?

Webinar over veenmos

We doen actief aan kennis delen en organiseren regelmatig webinars. Op 5 juni organiseerden wij, samen met het Nationaal Onderzoeksprogramma Broeikasgassen Veenweiden (NOBV), een webinar over veenmos.

Veenmos is een potentiële maatregel tegen broeikasgasemissies in het veenweidegebied, omdat dit gewas mogelijk CO2 kan vastleggen. Om dit verder te onderzoeken, wordt binnen VIPNL geëxperimenteerd met veenmosgroei. In het webinar lichtte Gijs van Dijk, onderzoeker bij B-Ware,  de aanpak van dit experiment toe. Ecoloog Ron van ’t Veer vertelde hoe hoogveen in West-Nederland is ontstaan en veenontwikkeling nu. Ook de toekomst van de potgrond- en substraatindustrie kwam aan bod in een presentatie van Marco Zevenhoven, adjunct-directeur bij het Europees kenniscentrum voor substraten RHP.

Wilt u op de hoogte blijven van de webinars? Meld u dan aan voor de VIPNL-nieuwsbrief.

U kunt eerdere webinars hier terugkijken >>

Duitsland promoot veenherstel als onderdeel nationale klimaatstrategie

Duitsland is begonnen aan een ambitieus streven om zijn 1,8 miljoen hectare drooggelegde veengebieden opnieuw nat te maken. Het land erkent het belang van het herstel van veengebieden om de klimaatdoelstellingen voor 2045 te halen. Om deze doelstelling te ondersteunen, zijn alomvattende strategieën en programma’s geïntroduceerd. Het vernatten van veengronden op ingezeten boeren vormt een van de grootste uitdagingen voor de Duitse landbouw. Lees meer:

Germany is promoting peatland restoration as part of national climate strategy | EUROPE: GERMANY | Agrospecials (rijksoverheid.nl)