VIPNL en het NOBV onderzoeken maatregelen die in de veenweidegebieden bodemdaling en broeikasgasemissies door veenafbraak kunnen tegengaan. VIPNL kijkt daarbij vooral naar de praktische kant van maatregelen: hoe werkt het, kunnen grondgebruikers ermee uit de voeten en kan het economisch uit? Het NOBV doet onderzoek naar broeikasgasuitstoot onder verschillende omstandigheden (zie ook ons eerdere bericht over samenwerking NOBV en VIPNL).Om te zien of een maatregel helpt, wordt onder andere de CO2-uitstoot voortdurend gemonitord. Zo ook op de proeflocatie voor ‘klei in veen’ in Delfstrahuizen.
“Op deze locatie lopen verschillende proeven. Er is een deel met kleipaletten van 2 bij 2 meter met verschillende soorten klei, een wat groter kleiveld met één soort klei, en dan nog een referentieveld waar niets is gebeurd”, vertelt Lena van der Sman, veldmedewerker vanuit de VU voor VIPNL en NOBV. “Op elk van deze drie delen heeft het NOBV een hele serie CO2-meetkamers staan, doorzichtige cilinders met deksels die om de beurt elk kwartier 3 minuten dichtgaan. Daarnaast meten we ook het waterpeil, de samenstelling van het bodemvocht en de bodembeweging. En natuurlijk weerfactoren als temperatuur, zon, wind en luchtvochtigheid.”
Al die gegevens gaan naar de VU en Biont Research, waar onderzoeker Jim Boonman ermee aan de slag gaat. “Die metingen moeten uiteindelijk uitwijzen of klei in veen helpt om de CO2-uitstoot tegen te gaan. Dat is nog niet zo eenvoudig, want het groeiende gras neemt overdag CO2 op en stoot dat ’s nachts ook weer uit”, legt Boonman uit. “Dus daar moet je goed voor corrigeren om de uitstoot door veenafbraak te kunnen bepalen.”
De proeflocatie staat op het land van veehouder Minne Holtrop. Hij is blij met de proeven rond klei in veen. “Tot nu toe zijn eigenlijk alleen maatregelen rond waterpeil in beeld. We hopen dat klei in veen ook een haalbare maatregel blijkt met genoeg CO2-reductie, waarbij wij goed kunnen blijven boeren.”
https://vip-nl.nl/wp-content/uploads/CO2-metingen-Delfstrahuizen-Joost-Keuskamp-1-scaled.jpeg19202560Lotty Nijhuishttps://vip-nl.nl/wp-content/uploads/2022/08/VIPNL-basislogo-klein-test-1.jpgLotty Nijhuis2025-05-15 11:14:152025-05-15 11:34:20CO2-metingen monitoren veenafbraak, ook in Delfstrahuizen
Het Nationaal Onderzoeksprogramma Veenweiden (NOBV) doet sinds 2019 onderzoek naar de uitstoot van broeikasgassen in veenweidegebieden – inmiddels ook in intensieve samenwerking met VIPNL. Tot nog toe hadden veel van de onderzochte locaties een beperkte vernatting, waarin vooral de CO2-uitstoot verandert. Er werd al onderzoek gedaan naar situaties met sterke vernatting, zoals natte teelten en natuurontwikkeling, maar in de volgende fase van het onderzoek wordt dit verder uitgebreid. Want vernatten van veenbodems verlaagt misschien de veenafbraak en daarmee de uitstoot van CO2: de uitstoot van methaan en soms lachgas kan juist toenemen – en dit zijn twee hele sterke broeikasgassen. Maar wanneer en hoeveel precies?
VIPNL onderzoekt innovaties die de CO2-uitstoot uit veenweidegebieden terugdringen. Vernatten is daarbij een oplossingsrichting: wanneer je veenweidegebieden vernat, komt minder CO2 vrij, maar het beïnvloedt ook de emissies van methaan en lachgas. Het NOBV onderzoekt die emissies: hoeveel komt onder welke omstandigheden precies vrij?
Minder CO2, meer lachgas en methaan?
Ook bij natte teelten komt minder CO2 vrij door de natte omstandigheden in de bodem. Extra voordeel: ook de gewassen zelf leggen veel koolstof vast. Goed nieuws, zou je zeggen, maar er is een ‘maar’. Onder hele natte omstandigheden kan methaan (CH4) vrijkomen. Ook methaan is een broeikasgas, 27 keer sterker dan CO2. Je kunt met vernatten dus de uitstoot van CO2 verlagen. Maar komt er vervolgens veel methaan en lachgas vrij, dan is dat mogelijk alsnog slecht nieuws voor het klimaat. Het NOBV publiceerde eerder een wetenschappelijk artikel over methaanemissies bij verschillend landgebruik. De komende jaren doet het NOBV ook meer onderzoek naar de uitstoot van lachgas. Lachgas is 250 keer sterker dan CO2.
Meten onder natte en iets minder natte omstandigheden
Het NOBV gaat daarom de komende jaren meer onderzoek doen naar ook de uitstoot van methaan en lachgas: komt het vrij, hoeveel dan, en kun je er wat aan doen? De metingen gebeuren bij gewassen die van natte voeten houden, zoals riet en lisdodde. Daarnaast is de intentie om ook broeikasgasmetingen te gaan doen bij cranberry, dat juist goed groeit op iets drogere grond (een grondwaterstand van 20 centimeter onder maaiveld), maar op andere manieren voor lagere emissies kan zorgen. Tenslotte gaat het NOBV extra metingen doen aan het oppervlaktewater in veenweidegebieden: het vermoeden bestaat dat ook hier veel methaan vrijkomt.
Uitgebreid kijken om goede uitspraken te kunnen doen
De metingen gebeuren in het veld en in het lab. Daarbij worden ook andere parameters gemeten, zoals pH en bodemtemperatuur, om resultaten te kunnen verklaren. Die resultaten worden verwerkt in het model SOMERS, zodat ook voorspellingen kunnen worden gedaan voor gebieden waar niet wordt gemeten. Dit alles gebeurt in intensieve samenwerking met VIPNL, waarbij VIPNL ook kijkt naar broeikasgasuitstoot in de keten. VIPNL kijkt ook naar o.a. verdienmodellen en teeltmethoden. Zo krijgen we stap voor stap het plaatje compleet.
Waarom onderzoeken we dit ook alweer?
Om het veenweidegebied geschikt te maken voor de veehouderij, wordt het grondwaterpeil kunstmatig laag gehouden. Het veen dat in contact komt met zuurstof klinkt in. Dit zorgt voor bodemdaling en CO2-uitstoot. In het Klimaatakkoord is afgesproken dat in 2030 1 Mton minder CO2-equivalenten vrijkomt uit de veenweidegebieden. VIPNL doet onderzoek naar innovaties die de broeikasgasuitstoot in veenweidegebieden kunnen verlagen, met behoud van een verdienmodel voor boeren.
Foto: Joost Keuskamp
https://vip-nl.nl/wp-content/uploads/CO2-meting-Delfstrahuizen-foto-Joost-Keuskamp-1-scaled.jpg19202560Lotty Nijhuishttps://vip-nl.nl/wp-content/uploads/2022/08/VIPNL-basislogo-klein-test-1.jpgLotty Nijhuis2025-05-13 11:31:292025-05-15 11:33:34NOBV gaat meer onderzoek doen naar methaanemissies
Op 17 april kwam de begeleidingscommissie Veenmos bijeen voor een halfjaarlijks overleg. In de begeleidingscommissie zit een brede afvaardiging van betrokken partijen. Elk VIPNL-thema heeft zo’n begeleidingscommissie. Dat vinden we heel belangrijk: deze brede samenstelling zorgt ervoor dat het onderzoek goed aansluit bij praktijkvragen én beleidsdoelstellingen.
In de begeleidingscommissie Veenmos zitten vertegenwoordigers vanuit terreinbeherende organisaties (zoals Landschap Noord-Holland en Natuurmonumenten), kennisinstellingen (zoals Hogeschool Van Hall Larenstein, Radboud Universiteit, B-WARE, STOWA), waterschappen (o.a. Waternet, Wetterskip Fryslân), provincies (zoals Fryslân) en ook vertegenwoordigers vanuit de potgrond- en substraatindustrie (zoals Kekkilä-BVB, Jiffy en RHP). Iedere partij kijkt op een andere manier naar het vraagstuk en de oplossingen. Zo is voor de potgrondindustrie een factor als schaal heel belangrijk en de kwaliteit van het eindproduct. Waterschappen zijn benieuwd hoeveel water veenmos telen kost.
Samen de koers bepalen
Tijdens de begeleidingscommissievergaderingen worden voorstellen besproken, aangescherpt en bijgestuurd op basis van actuele inzichten en ervaringen uit het veld. De inbreng van deze groep is daarmee cruciaal voor het bepalen van de richting van het onderzoek.
Op 17 april hebben we een nieuw voorstel gepresenteerd voor aangepast onderzoek in het Ankeveen. We willen hier gaan focussen op veenmos in relatie tot de waterhuishouding – en daar kon iedereen in de begeleidingscommissie zich in vinden. Ook toetsten we alvast de plannen op hoofdlijnen tot 2027. Op verzoek van de commissie gaan we dat nog verder uitwerken.
Meer draagvlak
Dankzij de actieve betrokkenheid van de begeleidingscommissie worden keuzes binnen het VIPNL-project niet alleen beter onderbouwd, maar ontstaat er ook breed draagvlak voor de uitvoering en toepassing van de onderzoeksresultaten. Zo bouwen we samen aan bruikbare kennis voor de toekomst van het veenweidegebied. In het najaar komt de commissie opnieuw bij elkaar.
https://vip-nl.nl/wp-content/uploads/2022/08/VIPNL-basislogo-klein-test-1.jpg00Lotty Nijhuishttps://vip-nl.nl/wp-content/uploads/2022/08/VIPNL-basislogo-klein-test-1.jpgLotty Nijhuis2025-04-30 11:34:352025-05-15 12:40:55Begeleidingscommissie zorgt voor gedragen keuzes en gezamenlijke koers
Onder het VIPNL-thema Natte Teelten startte vorig jaar het onderzoek Wilgen in Business. Het project werd in januari door de provincie Zuid-Holland goedgekeurd als doorbraakproject. Het Veenweiden Innovatiecentrum (VIC) trekt dit onderzoek. De vragen: kunnen we grootschalig wilgen telen onder natte omstandigheden? En wat zijn dan interessante toepassingen? We gaan de winter in met een mooie teeltproef. Daarnaast onderzoeken we wilg als bouwfundament.
Variatie in groei, maar teeltproef kan van start
Op het VIC Innovatieveld is in het voorjaar van 2024 de basis van het proefveld aangelegd: een veld van 60 bij 10 meter met wilgenstekken en ook een veld van 30 bij 10 meter met elzenstekken. Want een monocultuur wilgen zou geen wenselijk beeld zijn in het landschap. Uit eerder onderzoek blijkt dat elzen het goed doen bij hogere waterstanden. Wilgen en elzen zouden in teelt dus een goede combinatie kunnen zijn.
De stekken zijn redelijk aangeslagen en afgelopen seizoen gegroeid. Het Louis Bolk Instituut (LBI) heeft op 24 september groeimetingen aan de wilg en els gedaan en constateerde variatie in hoogte. Met een klein team (veld)experts heeft het LBI vervolgens de proefopzet vormgegeven. Zo kan, ondanks die variatie in groei, een proef worden ingezet met drie gecontroleerde waterstanden (plus een referentie) én voldoende herhalingen. Voordat de winter start, moet de infrastructuur voor de proef gereed zijn. Eén van de proefvakken met wilg en els wordt namelijk volledig onder water gezet. Daarvoor is in november een ‘dijk’ aangelegd (zie foto).
Wilg als bouwfundament
Om te onderzoeken of wilgen geschikt zijn als bio-based bouwmateriaal in het veenweidegebied, is op het VIC Innovatieveld in augustus een eerste fundatieproef gestart. Hierbij is een fundering van wilg aangelegd. Na aanleg van de fundatieproef is direct gestart met meten. Meetstations op zogenaamde zakbakens monitoren dagelijks via GPS de beweging van de fundatie.
Vooralsnog ligt de fundatie erg stabiel. Begin december is, nadat de wilgenfundatie verzadigd is geraakt door het grondwater, het geheel belast tot 750 kg/m2, gelijk aan de belasting van houtskeletbouw. Zal de fundering dit gewicht kunnen dragen? De verwachting is dat we eind volgend jaar de eerste resultaten kunnen delen.
Meer informatie
Wilgen in Business wordt gesubsidieerd via het Vernieuwersnetwerk Biobased Bouwen van Provincie Zuid-Holland. De projectpartners zijn: VIPNL, Veenweiden Innovatiecentrum, Building Balance, Leiden Universiteit, Van Aalsburg, Louis Bolk Instituut, Infram Hydren en Soilspect.
https://vip-nl.nl/wp-content/uploads/Wilg-proefveld.jpg423882Lotty Nijhuishttps://vip-nl.nl/wp-content/uploads/2022/08/VIPNL-basislogo-klein-test-1.jpgLotty Nijhuis2024-10-17 16:14:042024-12-17 16:15:52Wilgen in Business: eerste veldseizoen achter de rug
Interessant, al dat veenweideonderzoek, maar hoe en wanneer heb je daar wat aan? Met bestaande data kun je al heel goed inzichtelijk maken welke keuzes spelen en welke maatregelen relevant zijn op een plek, ook als die maatregelen zich nog niet honderd procent bewezen hebben. Zo heeft de provincie Overijssel een uitgebreide verkenning laten maken: Bouwstenen Veenweidestrategie 2.0. Bedoeld om onderbouwd het gesprek te kunnen voeren.
Kies je op deze plek voor maximale remming van bodemdaling? Dan heeft dat deze consequenties voor natuur en landbouw. Ga je voor ingrijpende of minder ingrijpende maatregelen? En wat kosten die dan? Wat zijn de gevolgen op korte en lange termijn?
Het is dit soort informatie op perceelsniveau dat provincie Overijssel heeft laten uitwerken in bouwstenen. De bouwstenen zijn het resultaat van een objectieve analyse van data.
Kosten en baten van keuzes in beeld
Elk veenweidegebied is anders. Ook spelen er verschillende belangen, klimaat, landbouw, natuur en wonen. Maatregelen tegen bodemdaling werken op een plek wel, juist niet of alleen na kostbare ingrepen. Soms is ingrijpen op de korte termijn al noodzakelijk om te voorkomen dat veen verdwijnt. Keuzes hebben natuurlijk ook gevolgen voor de langere termijn.
Kortom: er valt wat te kiezen. Het rapport maakt die keuzes niet, dat is immers aan beleidsmakers, maar maakt wel de voors en tegens inzichtelijk.
Insteek veenweidegebied, basis voor integraal gesprek
De bouwstenen zijn opgesteld bezien vanuit de veenweideproblematiek: bodemdaling en broeikasgasuitstoot. De provincie Overijssel staat aan de lat voor het terugdringen van ongeveer 100.000 ton CO2-eq, ongeveer 10% van de landelijk opgave.
Het is wel de bedoeling om integraal met de veenweideproblematiek aan de slag te gaan. Het begint met de afweging in hoeverre het principe ‘water en bodem sturend’ leidend moet zijn. Daarna gaat de provincie met deze bouwstenen het gesprek in de regio voeren.
Uiteindelijk worden de bouwstenen gebruikt bij onderbouwing en concretisering van de maatregelen uit het Provinciaal Programma Landelijk Gebied (PPLG). In het PPLG worden verschillende vraagstukken in het landelijk gebied op integrale wijze aangepakt, van stikstof tot bodemdaling.
Op een vrieskoude ochtend in januari werd in Ankeveen lisdodde, rietgras en riet geoogst. Dat zijn natte teelten, die hopelijk op den duur een alternatief verdienmodel bieden voor veenweideboeren. VIPNL is betrokken bij deze pilotlocatie om allerlei aspecten van de teelt te onderzoeken.
Oogst van vezelgewassen
Biologische boer Kemp uit Ankeveen werkt al sinds 2019 samen met Waternet / Waterschap Amstel, Gooi en Vecht om de teelt van vezelgewassen te onderzoeken. Aldert van Weeren van de Stichting Wetland Products begeleidt de proeven. “Op dit perceel teelt de boer grote lisdodde, kleine lisdodde en rietgras. Er is overigens vanzelf ook riet in gaan groeien, maar dat is prima.” De oogst wordt voornamelijk gebruikt als vezelgewas, bijvoorbeeld als isolatiemateriaal of voor papierproductie. “Maar als je het in de zomer oogst, dus vers, kun je een deel ook gebruiken als varkensvoer. En er worden al proeven gedaan met het gebruik van de pluisjes uit de rietsigaren als een soort dons voor kledingvulling.”
Speciale oogstmachine
Van Weeren liet een speciale oogstmachine ontwikkelen die geschikt is voor de natte omstandigheden (zie filmpje hieronder). “Deze machine heeft bijvoorbeeld gesloten rupsbanden, die minder schade toebrengen aan de bodem dan de open rupsbanden met messen die ze op sneeuw gebruiken. Ook heeft onze machine een hef om de laadbak in een container te kunnen lossen. Dat is een stuk handiger dan lossen op de grond, waarna er weer een aparte shovel moet komen om dat op te rapen.” De machine zuigt de oogst niet op, want dat zou schade toebrengen aan de biodiversiteit. “Door de roterende messen en een soort schroef ontstaat in de machine een opwaartse luchtstroom die de oogst naar boven blaast, waarna die in de laadbak terechtkomt.” Vandaag is de vuurdoop voor de gloednieuwe machine – “de lak is bij wijze van spreken nog nat”. Maar hij werkt als een zonnetje.
(Tekst gaat verder onder de video.)
Bodemdaling en veenafbraak tegengaan
Tim Pelsma, adviseur ecologie en bodemdaling bij Waterschap Amstel, Gooi en Vecht, vindt de proef heel belangrijk. “Bodemdaling en veenafbraak zijn een groot probleem voor het waterschap. Het is duidelijk dat we niet de waterstand kunnen blijven verlagen om melkveehouderij mogelijk te maken in de veenweidegebieden. Op deze proefvelden onderzoeken we samen met de boer hoe je op deze natte veengronden toch kunt blijven boeren en kunt blijven verdienen.”
Productie monitoren
Onderzoeker Abco de Buck van het Louis Bolk Instituut volgt voor VIPNL de productie van het gewas. “Ik heb vier plotjes van een vierkante meter in het gewas waar ik twee keer per jaar oogst, in september en in de winter. Daarvan bepalen we de opbrengst en de inhoudsstoffen.”
De proef omvat onder andere grote lisdodde en klein lisdodde. Een deel is aangeplant, en een deel is gezaaid. De Buck: “Aanplanten geeft eerder productie dan zaaien, maar het is wel veel duurder. Je moet plantmateriaal op laten kweken bij een kwekerij, en dat dan plantje voor plantje poten. Terwijl één rietsigaar duizenden zaadjes bevat, die je makkelijk kunt verspreiden. Op deze vruchtbare grond werkt zaaien prima. Op slechtere bodem zul je toch moeten planten.”
In het project VIPNL natte teelten zijn proeflocaties in Zuiderveld, Ankeveen, Zegveld en in Friesland. “Daar monitoren we allemaal de opbrengst. De bodemtypes en waterkwaliteiten verschillen, zodat we een breed beeld krijgen van wat de natte teelten kunnen betekenen.”
Andere natte gewassen
Op andere locaties in Nederland wordt ook al gekeken naar andere natte gewassen dan lisdodde, riet en rietgras. “Oeverzegge doet het hier en daar ook erg goed, dat kan onder nog nattere omstandigheden groeien. En een hele interessante is zonnekroon. In Duitsland verbouwen ze dat al als akkerbouwgewas. Het is bekend dat het behoorlijk natte omstandigheden kan verdragen. We gaan nu onderzoeken of het ook op veengrond wil groeien. Het is een kruidachtig gewas, heel vezelrijk, met mooie bloemen, het lijkt op een kleine zonnebloem. Bijkomend voordeel: het trekt ook bestuivers aan. Sowieso zijn natte teelten goed voor de biodiversiteit. Er is alle ruimte voor bijzondere planten, maar ook vogels, insecten, amfibieën en reptielen voelen zich er thuis.”
https://vip-nl.nl/wp-content/uploads/printscreen-close-up-oogstmachine.jpg6731200Lotty Nijhuishttps://vip-nl.nl/wp-content/uploads/2022/08/VIPNL-basislogo-klein-test-1.jpgLotty Nijhuis2024-03-19 14:06:422024-03-19 14:06:42Natte teelten oogsten in Ankeveen
Als we wachten tot elke maatregel is bewezen, gaan we 2030 niet halen, dacht de provincie Noord-Holland. Daarom kunnen Noord-Hollandse veenweideboeren nu al klimaatmaatregelen nemen. Spil is het Loket Veenweideboeren, waar boeren van begin tot eind worden begeleid. De animo is groot en het budget ruim voor het einde van de periode op.
Van klei in veen tot natte teelt en greppelinfiltratie. Een greep uit de maatregelen die Noord-Hollandse boeren gesubsidieerd kunnen nemen op hun perceel. Maatregelen waarnaar VIPNL nog volop onderzoek uitvoert. Is die investering dan niet wat voorbarig?
Martine Bijman (Water, Land & Dijken) vindt van niet: “De provincie Noord-Holland heeft gezegd: we hebben nu geld, en in 2030 een opgave om de CO2-uitstoot met 1 Mton terug te dringen. Als we wachten tot alles bewezen is, dan gaan we dat nooit halen. Rol het maar uit. Als straks blijkt dat er misschien een maatregel tussen zit die maar 20% uitstoot reduceert, dan is dat zo. Met jaren wachten, lopen we sowieso achter de feiten aan.”
Ontzorgd van a tot z
Collectief Water, Land & Dijken participeerde jarenlang in het veenweideprogramma Innovatieprogramma Veen en is nu initiatiefnemer van het Loket Veenweideboeren, dat begin 2023 opende. De provincie stelde voor dit loket 3 ton beschikbaar, tot en met 31 december 2024. Dit budget kan Water, Land & Dijken, onder voorwaarden, vrij besteden. Geïnteresseerde boeren krijgen eerst advies. Besluiten ze een maatregel toe te passen, dan is er subsidie voor een deel van de aanlegkosten en ondersteuning in het hele traject.
Dat werkt heel goed, vindt Bijman: “De korte lijntjes zijn de kracht van het loket. We kunnen snel schakelen. Dat maakt de drempel om deel te nemen veel lager. Als je niets organiseert, moeten boeren alles zelf uitzoeken en voor elke maatregel of uitbreiding weer een heel vergunningentraject starten. Wij ontzorgen en dat werkt heel fijn. En we kunnen het tegelijk allemaal prima verantwoorden aan de provincie.”
Boeren zoeken naar hun bijdrage
Dat boeren te porren zijn voor klei in veen, daar kunnen we ons wat bij voorstellen. Boeren profiteren van de verrijking van de grond en de maatregel is makkelijk uit te voeren, zeker omdat vooralsnog voldoende geschikte klei beschikbaar is. Maar boeren hebben ook zeker belangstelling voor de meer ingrijpende maatregelen. Zo hebben boeren in verschillende polders er samen voor gekozen het waterpeil op te zetten: een flinke stap op 100 hectare of meer. “We krijgen ook veel vragen over de bijdrage van maatregelen aan klimaat. De maatschappelijke druk op boeren wordt steeds groter. Veel boeren willen graag op hun plek blijven werken. Daarom nemen ze initiatief. En ze zijn zeker niet huiverig voor de meer vernattende maatregelen.”
https://vip-nl.nl/wp-content/uploads/WLD-Klei-in-veen-Fam.Visser-De-Rijp-Loeks-Fotografie-14-scaled.jpg16252560Lotty Nijhuishttps://vip-nl.nl/wp-content/uploads/2022/08/VIPNL-basislogo-klein-test-1.jpgLotty Nijhuis2024-03-12 16:58:572024-03-20 09:19:57Laagdrempelig loket brengt klimaatmaatregelen nu al aan de man
Veen dat in contact staat met zuurstof stoot CO2 uit. Wie de uitstoot van broeikasgassen wil terugdringen, denkt snel aan vernatten. Maar soms is vernatten niet haalbaar. VIPNL onderzoekt verschillende andere oplossingen. Zoals het afdekken van veen met grond: een introductie in profielkeren en overlagen.
Neem de Groote Veenpolder (gelegen in de gemeente Weststellingwerf, bij Wolvega) in Friesland. Het grondwater zijgt snel weg. Om de grondwaterspiegel op peil te houden, moet veel water worden aangevoerd. Water dat vervolgens weer heel snel wegloopt naar de lager gelegen Noordoostpolder. Dweilen met de kraan open: vernatten is hier geen praktische oplossing.
Hoe kun je veen op die plekken toch afsluiten van zuurstof? VIPNL onderzoekt twee methodes: profielkeren en overlagen.
Profielkeren: veen terug onder de grondwaterspiegel
Bij profielkeren verwissel je de veenlaag aan de oppervlakte met de daaronder gelegen laag zand. Het veen komt dan weer onder de grondwaterspiegel. De veenverbranding stopt.
Of die theorie klopt, onderzoeken we onder andere in de Groote Veenpolder. Daar werd de veenlaag in het najaar van 2023 met een kraan gekeerd. Dit perceel wordt vergeleken met een controleperceel.
Gevolgen voor boer en klimaat in kaart gebracht
De bouwvoor – de vruchtbare toplaag – werd bij het keren behouden (opzij gelegd en na het keren bovenop teruggeplaatst). Desondanks verandert profielkeren natuurlijk wel de eigenschappen van het perceel. Het Louis Bolk Instituut onderzoekt daarom onder andere de gewasopbrengst en waterhuishouding van de bodem.
De metingen naar broeikasgasuitstoot gaan pas over een paar jaar van start. We verwachten namelijk dat de bodem in eerste instantie CO2 op gaat nemen: de bodem is immers verstoord en zal opnieuw gaan opbouwen. Als de bodem na een paar jaar tot rust is gekomen, onderzoeken we of de uitstoot blijvend lager is.
Uitbreiden naar andere plekken en middelen
Om zoveel mogelijk verschillende situaties in kaart te brengen, breiden we het onderzoek naar profielkeren verder uit. In Staphorst verkennen we inmiddels welke percelen mogelijk geschikt zijn. Daarna zullen we de betreffende boeren benaderen. We willen in Staphorst gaan keren met een ploeg. Met een ploeg kun je minder diep profielkeren (tot 1,6 meter), maar het gaat sneller en zou goedkoper kunnen zijn dan keren met een kraan.
Overlagen: het eenvoudiger alternatief
Voor profielkeren gelden een aantal voorwaarden. De totaal te bewerken laag mag maximaal twee meter dik zijn, anders is deze niet te keren. Dat betekent een veenlaag van maximaal een meter dik, en daaronder minimaal een meter zand. Voor profielkeren is ook een ontgrondingsvergunning nodig.
Relatief eenvoudiger is overlagen. Veen wordt dan niet onder de grondwaterspiegel gekeerd maar afgedekt met een laag zand. Als dit zorgvuldig gebeurt, sluit dit zand de veenlaag af van zuurstof.
In Friesland loopt er inmiddels een proef met overlagen, in Overijssel wordt deze opgestart en ook in Noord-Holland willen we een proef starten. Wederom om in verschillende situaties te onderzoeken welke effecten optreden voor landbouwkundig gebruik en klimaat. Specifiek zal de logistiek in deze proeven de aandacht vragen: want hoe ga je op een praktische manier zoveel grond aanvoeren en waar vandaan?
Vragen of meer weten? Neem contact op met thematrekker Dirk Johan Feenstra: dirk@vip-nl.nl
Foto’s: Peternella Veldhuizen
https://vip-nl.nl/wp-content/uploads/1S2A8859-Peternella-Veldhuizen-scaled.jpg17072560Lotty Nijhuishttps://vip-nl.nl/wp-content/uploads/2022/08/VIPNL-basislogo-klein-test-1.jpgLotty Nijhuis2024-03-04 16:25:512024-03-12 17:03:14Zand erover: als vernatten niet haalbaar is
Van 19 tot 21 september vond de veenconferentie ‘Power tot the Peatlands’ plaats op de universiteit van Antwerpen. Maar liefst 550 wetenschappers, beleidsmakers en ondernemers vanuit de hele wereld waren hier vertegenwoordigd. Doel: kennis met elkaar delen over de toestand van het veen in de wereld. VIPNL was aanwezig, om kennis te delen én te leren.
VIPNL heeft verschillende presentaties gehouden, met bijdragen van onder andere Jeroen Geurts en Jeroen Pijlman (natte teelten). We hebben met VIPNL ook veel kennis opgedaan. Wist u bijvoorbeeld dat slechts 3 tot 5 procent van de totale landoppervlakte op het noordelijk halfrond bestaat uit veen, maar dat die veengebieden wel 33 procent van alle koolstof in de bodem bevatten? Dat veengebieden 20-40 maal zoveel koolstof vastleggen als bossen? En dat de economische en ecologische schade van drooggelegde veengebieden enorm is? Door eerder opgeslagen koolstof vrij te geven, stoten de veengebieden wereldwijd het dubbele uit van de broeikasgassen die door vliegreizen worden geproduceerd. Het is dus van groot belang om veen wereldwijd te behouden.
We hebben ook geleerd dat maatwerk nodig is en dat de Nederlandse omstandigheden heel anders zijn dan in andere landen. Nederland is een dichtbevolkt land met een intensief landgebruik en vooral, intensievere landbouw dan in bijvoorbeeld landen als Finland. De uitdaging voor VIPNL is daarom ook om samen met landgebruikers te innoveren naar duurzaam landgebruik en veengebieden op een duurzame wijze economisch te kunnen benutten.
Ter afsluiting van de conferentie is een verklaring opgesteld voor het Europees parlement met een pleidooi om de veengebieden een belangrijke rol te geven in de Europese biodiversiteitsherstelwet. De zinssnede ‘We have to act together. Land users, land owners, decision makers, NGOs, scientists and entrepreneurs must find common ground.’ onderschrijven wij als VIPNL ten zeerste.
https://vip-nl.nl/wp-content/uploads/power-to-the-peatlands-1.jpg275363Lotty Nijhuishttps://vip-nl.nl/wp-content/uploads/2022/08/VIPNL-basislogo-klein-test-1.jpgLotty Nijhuis2023-11-01 14:17:482024-07-24 16:59:38Internationale veenconferentie: VIPNL deelt en doet kennis op