Impactstudie verhogen grondwaterstand veenweiden

Aanleiding en doel
De studie, uitgevoerd voor de provincies Noord-Holland, Zuid-Holland en Utrecht, onderzoekt de impact van het verhogen van de grondwaterstand en het oppervlaktewaterpeil in veenweidegebieden (20-40 cm onder maaiveld). Dit is in lijn met klimaatdoelen om CO2-uitstoot te reduceren, zoals beschreven in de Kamerbrief Water en Bodem Sturend (2022). Het rapport dient als basis voor bestuurlijke beeldvorming en vervolgonderzoek.

Aanpak en scenario’s
Vier scenario’s zijn onderzocht:

  1. Huidige situatie (2022)
  2. Grondwaterstand op 40 cm zonder waterinfiltratiesysteem (WIS)
  3. Grondwaterstand op 30 cm met WIS
  4. Grondwaterstand op 20 cm met WIS

Belangrijkste resultaten

  • Met een peil van 30 cm + WIS kan de klimaatdoelstelling van 274.870 ton CO2-reductie per jaar gehaald worden.
  • Hogere waterstanden verminderen CO2-uitstoot, maar leiden tot:
    • Meer wateroverlast en uitspoeling (slechtere waterkwaliteit).
    • Hogere wateraanvoerbehoefte, wat in droge zomers problematisch kan zijn.
    • Verminderde agrarische winstgevendheid, met grote financiële gevolgen voor melkveehouders.

Regionale verschillen
De effecten en efficiëntie van maatregelen verschillen per gebied. Zo zijn gebieden als Alblasserwaard en Krimpenerwaard effectief voor grote CO2-reductie, terwijl andere gebieden minder bijdragen. Maatregelen moeten dus per deelgebied worden afgestemd.

Beperkingen van de studie
De verkenning richt zich alleen op klimaatdoelen. Effecten van functieverandering (landbouw naar natuur), woningbouw en infrastructuur zijn niet onderzocht. Ook kosten-batenanalyses ontbreken, ondanks de vermoedelijk hoge kosten voor inrichting, compensatie en infrastructuur.

Conclusies en aanbevelingen

  • Het rapport biedt bouwstenen voor beleid, maar geen concrete besluiten.
  • Niets doen is geen optie; verdere vertraging moet worden voorkomen.
  • Bestuurlijke acties moeten per gebied worden afgestemd op haalbare oplossingen en draagvlak.

Kortom
De studie biedt waardevol inzicht in de effecten van hogere grondwaterstanden, maar roept vervolgonderzoek op naar sociale, economische en functionele gevolgen. Start met maatregelen in gebieden waar oplossingen evident zijn en draagvlak bestaat.

Je kan het rapport hier lezen: Impactstudie verhogen grondwaterstand veenweiden

VIPNL vraagt financiering aan voor nieuw onderzoek

VIPNL wil de komende jaren graag aan een aantal extra thema’s werken. Daarom hebben we bij het ministerie van LVVN een aanvraag ingediend voor extra financiering. Het gaat om zes thema’s.

 

Revisit WIS (waterinfiltratiesystemen)

Waterinfiltratiesystemen zijn een kostbare investering. Om ze succesvoller in te zetten, willen we graag onderzoeken hoe we installatie, beheer en onderhoud van waterinfiltratiesystemen kunnen verbeteren.

DIS (druppelinfiltratiesystemen)

Druppelinfiltratiesystemen zijn een goedkoper alternatief voor waterinfiltratiesystemen. We weten alleen nog niet of ze ook geschikt zijn om veenafbraak tegen te gaan. In dit thema willen we onderzoeken wat het effect is van druppelinfiltratie op onder andere de grondwaterstand, bodemvocht, bodemtemperatuur.

CO2-verwaarding

Hoe kunnen we zoveel mogelijk CO2 in het veenweidegebied besparen en verwaarden? Op een manier die toegankelijk is voor boeren en andere landeigenaren?

Veen aan Zee

Leidt verzilting tot minder veenafbraak? Dat is wat we vermoeden. Nu willen we het ook graag onderzoeken. Daarbij kijken we ook wat verzilting in de praktijk betekent voor veehouderij, natuur en ecosysteem.

Boeren op Hoog Water (verlenging)

Wat betekent een grondwaterstand van 20 cm onder maaiveld voor bodemdaling en melkveebedrijf. We hebben het al een paar jaar onderzocht op de Hoogwaterboerderij. Om meer data te verzamelen willen we het project verlengen.

Weide en Water

Welke invloed heeft vernatting op het gras (de voederwaarde en hoeveelheid), de opname van dat gras door het vee en de draagkracht van de graszode? Dit willen we onderzoeken als basis voor schaderegelingen en andere beleidsinstrumenten.

Zó komen onze onderzoeken tot stand

Wanneer wordt nieuw onderzoek toegevoegd aan VIPNL en wie bepaalt dat eigenlijk? Een stappenplan voor iedere betrokken ondernemer, onderzoeker of organisatie met een innovatief idee.

Acht thema’s, met verschillende onderzoeksprojecten, door heel Nederland: er staat al heel wat VIPNL-onderzoek in de steigers. Dat wil niet zeggen dat het daarbij blijft. In april informeerden we bijvoorbeeld nog over een nieuw onderzoeksvoorstel over verbrakking. Wie komen met deze voorstellen, en hoe worden die voorstellen wel of geen VIPNL-onderzoeksproject?

Om met de eerste vraag te beginnen: iederéén kan een voorstel voor een onderzoek indienen. Sterker: VIPNL kan de hulp van ondernemers, onderzoekers en organisaties uit het veenweidegebied goed gebruiken.

Hebt u een interessante hypothese of een prangende vraag?

Stap 1. Meld u bij de proeftuintrekker

VIPNL-onderzoek wordt uitgevoerd in proeftuinen: de vijf veenweideregio’s. Elke proeftuin wordt geleid door een proeftuintrekker, die precies weet wat er speelt en welke inzichten worden opgedaan.

De proeftuintrekkers beoordelen met elkaar de nieuwe voorstellen die binnenkomen. Wat is belangrijk?

  1. Het onderzoek draagt bij aan het halen van de klimaatdoelen: 1 Mton minder CO2-uitstoot in 2030 uit de Nederlandse veenweidegebieden (Klimaatakkoord 2019);
  2. Het onderzoek is innovatief: het is nieuw en voorziet in concrete oplossingen in de praktijk;
  3. Het onderzoek is niet regio-gebonden, maar kan landelijk worden uitgerold;
  4. Het onderzoek heeft toegevoegde waarde ten opzichte van de al lopende thema’s.

Stap 2. Schrijf een voorstel

Is een idee kansrijk, dan zullen de proeftuintrekkers de indiener vragen om het voorstel uit te werken. Dit gebeurt op het spreekwoordelijke A4’tje. In één (of twee) pagina’s beschrijft u het waarom van het voorstel. Welk probleem lost het onderzoek op, welke vragen horen erbij, hoe wilt u het aanpakken en met wie?

Stap 3. Besluit van de werkgroep

Voorstellen worden enkele keren per jaar besproken in de sub werkgroep Kennis, met leden van de Werkgroep Veenweiden die zich specifiek met kennis en innovatie bezighouden. De Werkgroep Veenweiden is een ambtelijke werkgroep met vertegenwoordigers uit de landbouw, natuur en overheid. Deze werkgroep valt onder de bestuurlijke Regiegroep Veenweiden, die uiteindelijk een akkoord geeft op ingediende voorstellen.

Lopende thema’s

VIPNL heeft al acht thema’s. Heeft u interesse om bij een thema betrokken te zijn? Bijvoorbeeld omdat u zelf een pilot uitvoert, omdat u zelf onderzoek doet naar een thema, vanuit beleidsinteresse of om andere redenen? Neem dan contact op met de thematrekker. Deze kan met u bekijken of er ruimte is om zitting te nemen in de begeleidingscommissie, een pilot, of anderszins.

Idee indienen? Meld u bij de proeftuintrekker uit uw regio.

Leren van de grutto voor een gezond veenweidegebied

De bedreigde grutto, onze nationale vogel, is een iconische soort van veenweide en kenmerkend voor een biodivers grasland. Afgelopen maand hebben BirdsEye-ecoloog Roeland Bom en VU-ecoloog Matty Berg met collega-onderzoekers rondom Amsterdam tien grutto’s uitgerust met mini gps-zendertjes, die een paar keer per dag hun positie doorsturen. Dit geeft waardevolle informatie over het gedrag van de grutto’s.

https://vu.nl/nl/nieuws/2023/leren-van-de-grutto-voor-een-gezond-veenweidegebied